De motor op de wisselklep verwijderen
De motor op de wisselklep kan worden verwijderd om
de service te vereenvoudigen.
Ontkoppel de kabel van de motor en verwijder de
■
motor van de shuttleklep (zie afbeelding).
De compressormodule verwijderen
De compressor module kan worden verwijderd voor
service en transport.
Voorzichtig!
Schakel de warmtepomp uit en schakel de
spanning uit door de zekeringen uit te schake-
len.
LET OP!
De compressormodule kan eenvoudig worden
verwijderd indien deze eerst wordt afgetapt
(zie pagina 59).
LET OP!
Verwijder het voorpaneel volgens de beschrij-
ving op pagina 8.
Sluit de afsluiters (QM31), (QM32), (QM33) en
1
(QM34).
Tap de compressormodule af volgens de instructies
op pagina 59
F1145
62
Hoofdstuk 9 |
Service
A
B
QM31
QM33
QM34
QM32
Trek de vergrendelingen eraf.
2
QM31
3
Ontkoppel de leidingaansluiting bij de afsluiter
3
(QM31).
Verwijder de twee schroeven.
4
Verwijder de aansluitingen van de basiskaart (AA2)
5
met behulp van een schroevendraaier.
Ontkoppel de connectoren (A) en (B) van de onder-
6
kant van de basiskaartbehuizing.
Ontkoppel de connector (C) van de printplaat van
7
de elektrische bijverwarming (AA1) met behulp van
een schroevendraaier.
Ontkoppel de connector (D) van de gezamenlijke
8
printplaat (AA100).
2
4
5
NIBE™ F1145