19
Analoge 4–20mA modus (alleen Universal and
Universal+)
In deze afstandsbedieningsmodus is de opbrengst proportioneel aan het externe
milliampère-signaal dat door de pomp wordt ontvangen. De Universal pomp werkt op 0
rpm wanneer 4,1mA wordt ontvangen en maximum rpm wanneer 19,8mA wordt ontvangen.
Bij de Universal+ pomp wordt de relatie tussen het externe milliampère-signaal en de
opbrengst bepaald door het configureren van de twee punten A en B zoals op de
onderstaande
grafiek
proportioneel ten opzichte van de analoge milliampère invoer zijn.
De standaardwaarden die in de pomp zijn opgeslagen zijn de volgende:
A—4,1mA, 0 rpm
B (qdos20)—19.8mA, 55rpm
B (qdos30, qdos60 en qdos120)—19.8mA, 125rpm
Opbrengst
Als het ontvangen mA-signaal groter is dan het niveau gedefinieerd door punt A, wordt de
bedrijfsstatusuitgang geactiveerd wanneer de pomp in bedrijf is.
m-qdos-allmodels-nl-03
getoond.
De
opbrengst
A
kan
proportioneel
B
mA
of
omgekeerd
72