11
Bedrading automatische besturing - 24V
relaismodule en 110V relaimodule (alleen Universal
en Universal+)
De
pomp
kan
met
schroefklemconnectoren in de relaismodule aan de zijkant van de pomp. De relaismodule
moet van de pompbehuizing worden verwijderd zodat geschikte kabels via de waterdichte
kabeltules op de module aan de klemconnectoren kunnen worden verbonden. De pomp kan
worden geleverd met een 24V of 110V relaismodule. U dient te bevestigen of uw
relaismodule 24V of 110V is voordat de module wordt bedraad.
11.1
Module: het verwijderen en opnieuw aanbrengen van de
kap
De
pomp
kan
met
schroefklemconnectoren in de relaismodule aan de zijkant van de pomp. De relaismodule
moet van de pompbehuizing worden verwijderd zodat geschikte kabels via de waterdichte
kabeltules op de module aan de klemconnectoren kunnen worden verbonden.
Het verwijderen van de kap van de relaismodule
De kap van de module is aan de zijkant van de aandrijving bevestigd met vier roestvrij
stalen M3x10 Pozidriv halfronde kopschroeven met kruiskop.
Verwijder de vier schroeven uit de modulekap, de schroef
linksboven het laatst. Het is mogelijk dat de module door de
afdichtstrip aan de aandrijfkast kleeft. Als dit het geval is kunt
u deze met een zachte tik losmaken. Gebruik geen
gereedschap om hem eraf te tillen.
De afdichtstrip moet in het daarvoor bestemde gootje in het
zijpaneel van de aandrijfkast blijven zitten. Hij zorgt voor
afdichting tussen de aandrijfkast en de modulekap. Controleer
of de afdichtstrip onbeschadigd is. Als de strip is beschadigd
moet hij worden vervangen.
m-qdos-allmodels-nl-03
andere
apparatuur
andere
apparatuur
worden
verbonden
worden
verbonden
door
middel
van
door
middel
van
de
de
32