Uitgang bedrijfsstatus (J4)
Verbind het uitgangsapparaat met klem C (common
(gemeenschappelijk)) van de relaisconnector en zo
nodig met de NC-klem (normally closed (normaal
gesloten)) of NO-klem (normally open (normaal open)).
Deze relaisspoel wordt geactiveerd als de pomp in
bedrijf is.
De standaard voor Relais 2 is de bedrijfsstatus, voor
Universal+ modellen kan deze uitgang (2) in het menu
met de besturingsinstellingen worden geconfigureerd.
Configureerbare externe stop- of
contactingang (J3)
Als Analoge 4-20mA modus is geselecteerd,
wordt klem J3 automatisch als een externe
stop geconfigureerd.
Als de contactmodus is geselecteerd, wordt
ingang J3 automatisch als een contactingang
geconfigureerd.
Externe stop
Sluit een op afstand bediende schakelaar aan tussen de Stop/Contact Terminal en de
+24V terminal van de Draaien/Stoppen I/P connector (J3). Of maak gebruik van een 24V
logische ingang op de Stop/Contactklem, geaard aan de GND-klem van de aangrenzende 4-
20mA I/P-connector (J2).
De
opdracht
van
besturingsinstellingen.
De externe stop werkt in handmatige en analoge modus.
Contact
Om de pomp in de contactmodus te laten werken, moet de externe stopingang worden
ingesteld op " Hoog".
Snelheid: analoge ingang (J2)
Het analoge processignaal moet worden aangesloten
op de I/P-klem van de analoge connector (J2). Aarding
vindt plaats op de GND-connector van dezelfde klem. In
de analoge modus is de snelheid die op de pomp is
ingesteld in verhouding of omgekeerd in verhouding
met de analoge ingang.
4-20mA circuitimpedantie: 250O.
Max spanning 40mA
NB: het omkeren van het signaalrespons wordt in de
software ingesteld. Keer de polariteit van de klemmen
niet om.
m-qdos-allmodels-nl-03
de
externe
stopingang
N/C
C
N/O
Stop/contact
+24V
GND
kan
worden
geconfigureerd
GND
I/P
RLY 2
3
J4
2
1
Rem Stop
2
J3
1
J2
2
met
de
Analoog
2
J2
1
37