8.2
DC-voedingsoptie
De verschillende DC-bronnen kunnen het volgende omvatten:
•
Automobiel - hetzij mobiel, zoals gemonteerd op een aanhanger of statisch, zoals
een voertuigaccu of hulpuitgang
•
Conventionele DC-voeding van AC-netvoeding, zoals 12V of 24V voeding die PLCs
van elektriciteit voorzien
•
Zonnepanelen met elk type back-up batterij binnen het ingangsbereik
•
Andere duurzame energieopwekkers zoals wind/waterturbines met elk type back-up
batterij binnen het ingangsbereik
Voedingskabel: De pomp is voorzien van een kabeltule en een ca. 2,0m lange
voedingskabel en een IP31 spatwaterdichte platte- zekeringshouder en 20A platte
zekering. De kabel kan niet door de gebruiker worden losgekoppeld en de ingangstule aan
de voorkant van de pomp mag niet worden gedemonteerd.
Opmerkingen
Wij raden ten zeerste aan een isolatieschakelaar tussen de voedingsbron en de pomp aan
te brengen. De kabel is uitgevoerd met M8 ringklemmen voor het aanbrengen van
algemene isolatoren.
De 20A platte zekering is een veiligheidsvoorziening en mag niet worden verwijderd of van
waarde worden veranderd.
De zekeringhouder is spatwaterdicht (IP31), maar NIET waterproef (IP66). Verbinding met
de DC-bron moet worden uitgevoerd met de geschikte IP-bescherming.
Er kan aanzienlijke startstroom nodig zijn, met name bij lage spanning, zie "Prestatiedata"
op pagina 136 voor de keuze van de juiste voedingsbron.
We raden NIET aan de lengte van de kabel groter te maken als deze met 12V-systemen
wordt gebruikt vanwege extra spanningsverlies in de kabel. Vergroten van de kabellengte
maakt bovendien EMC-naleving van de pomp ongeldig waardoor de gebruikers hun eigen
EMC-nalevingscontrole op systeemniveau moeten uitvoeren.
m-qdos-allmodels-nl-03
25