11.4 110V relaismodule pcb-connectoren
12 Bedrading PROFIBUS-besturing
12.1 Installatie PROFIBUS
12.2 Pintoekenningen aan de pomp
13 Aanschakelen (Manual/Handmatig, PROFIBUS, Universal en Universal+)
13.1 De pomp voor de eerste maal inschakelen (alleen Manual/Handmatig,
PROFIBUS, Universal en Universal+)
13.2
De
pomp
Manual/Handmatig, PROFIBUS, Universal en Universal+)
14 Inschakelen (Afstandsbediening)
15 Pompbediening
15.1 Pompbediening (pomp op afstand)
15.2
Pompbediening
Universal+)
16
Manual/Handmatige
Universal en Universal+)
17 PROFIBUS-modus(Alleen PROFIBUS)
17.1 Het PROFIBUS-stationsadres toewijzen aan de pomp
17.2 PROFIBUS-communicatiestoringen
17.3 PROFIBUS GSD-bestand
17.4 Gebruiker Parameter gegevens
17.5 PROFIBUS-datauitwisseling
17.6 Diagnostische data m.b.t. het apparaat
17.7 Kanaalgerelateerde diagnostische data
18
Opbrengstkalibratiemodus
Universal en Universal+)
19 Analoge 4–20mA modus (alleen Universal and Universal+)
19.1 De pomp voor 4-20mA besturing kalibreren (alleen Universal+)
20 Contactmodus (Alle Universal en Universal+ modellen behalve 110V relais-
versies)
20.1 Contactinstellingen
20.2 Contactbedieningsmodus (Alle Universal en Universal+ modellen behalve
110V relais-versies)
20.3 Modus voor het terugwinnen van vloeistof (alleen Manual/Handmatig,
PROFIBUS, Universal en Universal+)
20.4 Vloeistofterugwinning op afstand (Universal en Universal+ modellen zonder
relaismodules)
21
Hoofdmenu
Universal+)
21.1
Vloeistofmeter
Universal+)
21.2 Beveiligingsinstellingen (alleen Manual/Handmatig, PROFIBUS, Universal en
Universal+)
m-qdos-allmodels-nl-03
inschakelen
bij
(alleen
Manual/Handmatig,
modus
(alleen
(alleen
(alleen
Manual/Handmatig,
(alleen
Manual/Handmatig,
opeenvolgende
opstartsequenties
PROFIBUS,
Manual/Handmatig,
Manual/Handmatig,
PROFIBUS,
PROFIBUS,
39
42
42
43
44
44
(alleen
47
49
50
50
Universal
en
50
PROFIBUS,
54
57
58
60
61
63
64
68
68
PROFIBUS,
69
72
77
82
82
84
85
87
Universal
en
89
Universal
en
90
94
3