Hoofdstuk 3 - Functies en werking van Autopilot
Als aan de voorwaarden voor versnelling en gasklepstand wordt voldaan, worden op de balk Vessel Control
(Bootbesturing) de opties voor langzaam varen weergegeven. De pijlen voor verhogen of verlagen zijn grijs (niet
beschikbaar) als de minimale of maximale toerentalwaarde is geselecteerd. Selecteer de pictogrammen + of – op het
scherm om de waarde voor het toerental aan te passen.
Selecteer de tegel Enable (Inschakelen) als de gewenste toerentalwaarde is ingesteld. De functie Langzaam varen wordt
nu gestart en het motortoerental neemt toe tot het gewenste toerental.
Bladzijde 58
61760
61761
61762
90-8M0122364
nld
JUNI 2016