6.2 BIJZONDERE REINIGINGSWERKZAAMHEDEN
Reiniging en controle van de effi ciëntie van het afvoersysteem
Maak de afvoerleiding regelmatig schoon, controleer of er geen
verstoppingen zijn waardoor het water niet kan worden afgevoerd.
Reiniging van de binnenoppervlakken van de ruiten van de
deur (Fig. 5)
Deze handelingen moeten worden uitgevoerd als de deur koud is en
zonder het gebruik van doeken of schurende reinigingsmiddelen.
De toegang tot de oppervlakken van de uitsparing wordt verkregen
door het openen van het binnenvenster dat met een scharnier
op de deur is bevestigd.
• Bij geopende deur op de twee borgveren F boven en onder
drukken en de binnenruit openen.
Na de reiniging de binnenruit tegen de rubbers plaatsen.
Reiniging draaiende sproeimond van het
SYSTEM(Fig. 6)
Het wordt geadviseerd de sproeimond in de volgende gevallen
schoon te maken:
- het CLEANING SYSTEM wordt lange tijd niet gebruikt
- moeizame rotatie van de sproeiarm (waarschijnlijk zijn de ope-
ningen verstopt)
- bij het gebruik van water met een hoge hardheidsgraad.
Als de sproeiopeningen volledig verstopt zitten, moeten eventuele
afzettingen met de punt van een mes worden verwijderd.
• Haal het blokkeerveertje A (zonder het weg te halen) uit het
centrale blok van de sproeimond. Steek hiervoor de punt van
een schroevendraaier op het punt dat wordt aangegeven door
de pijl, en draai hem van verticale in horizontale positie, zoals
op de afbeelding.
• Verwijder de sproeimond van de draaipen.
• Laat de draaiende sproeimond weken in een bak met een
ontkalkingsmiddel, laat dit de hele nacht inwerken en spoel hem
daarna af met veel water.
• Monteer de sproeimond weer door de draaipen aan te brengen
en het blokkeerveertje in zijn oorspronkelijke stand terug te duwen.
5
CLEANING
6
161
NL