03
STUURWIEL
Stel het stuurwiel af
Het stuurwiel is in de hoogte en de diepte te verstellen.
6
1. Schuif/trek
de hendel onder het stuurwiel vooruit/achteruit.
2. Zet het stuurwiel in de gewenste stand en zet de hendel terug in
de stand voor vergrendeling.
Linker stuurknoppenset
Met de pijlen (
en
het bestuurdersdisplay kiezen uit de beschikbare rijhulpsystemen.
Bij een wit rijhulpsymbool is de functie actief. Een grijs symbool
geeft aan dat het desbetreffende systeem geannuleerd is of stand-
by staat.
Symbolen op het bestuurdersdisplay:
) van de linker stuurknoppenset kunt u op
De snelheidsbegrenzer helpt om een gekozen maximumsnel-
heid niet te overschrijden.
De cruisecontrol helpt u om een gelijkmatige snelheid aan te
houden.
De adaptieve cruisecontrol* helpt u om een gelijkmatige snel-
heid aan te houden in combinatie met een vooraf gekozen tijds-
verschil tot voorliggers.
De Pilot Assist met stuurhulp helpt u om de auto tussen de zij-
markeringen van de rijstrook te houden in combinatie met een
vooraf gekozen tijdsverschil ten opzichte van voorliggers.
Tik op
om het desbetreffende systeem te starten of te annule-
ren.