Figuur 114
1. Stelmoer
2. Contramoer
11.
Om het enkelpuntssysteem af te stellen, moet
u de 2 bouten onderaan de maaihoogteplaat
losdraaien
(Figuur
Opmerking:
Bij machines met achterafvoer
wordt het maaidek in de fabriek bevestigd in de
achterste gaten. Zie
nodig de voorste gaten voor verdere afstelling
wanneer u het maaidek horizontaal stelt.
Figuur 115
1. Bouten aan de onderzijde van de maaihoogteplaat
3. Afstelling achterste
maaidek
4. Afstelling voorste maaidek
115).
Figuur
116. Gebruik indien
Uitsluitend voor machines met achterafvoer
1. Maaidek
2. Opening aan voorkant
g027344
12.
Als het maaidek te laag is, draai dan de stelbout
van het enkelpuntssysteem vast door deze
rechtsom te draaien. Als het maaidek te hoog is,
draai dan de stelbout van het enkelpuntssysteem
los door deze linksom te draaien
Opmerking:
enkelpuntssysteem losser of vaster tot de
montagebouten van de maaihoogteplaat ten
minste ⅓ van de lengte in de sleuven kunnen
bewegen. Hierdoor ontstaat er ruimte voor de
hoogteafstelling op de 4 maaidekkoppelingen.
1. Stelbout van enkelpuntssysteem
g027345
13.
Draai de 2 bouten aan de onderzijde van de
maaihoogteplaat vast
79
Figuur 116
3. Achterste opening
(Figuur
Draai de stelbout van het
Figuur 117
(Figuur
115).
g025558
117).
g017036