Om de 250 bedrijfsuren—Controleer het
veiligheidsfilter (dit moet vaker gebeuren als
de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Om de 500 bedrijfsuren—Vervang het
veiligheidsfilter (dit moet vaker gebeuren als
de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Opmerking:
Het luchtfilter moet vaker een
onderhoudsbeurt krijgen als de machine wordt
gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige
omstandigheden.
Filters verwijderen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek
het luchtfilterdeksel van de luchtfilterbehuizing
(Figuur
56).
Figuur 56
1. Luchtfilterbehuizing
2. Voorfilter
3. Vergrendeling
4.
Reinig de binnenkant van het luchtfilterdeksel
met perslucht.
5.
Schuif het voorfilter voorzichtig uit de
luchtfilterbehuizing
Opmerking:
Zorg ervoor dat u niet met het
filter tegen de zijkant van de luchtfilterbehuizing
stoot.
6.
Verwijder het veiligheidsfilter uitsluitend als u dit
gaat vervangen.
4. Luchtfilterdeksel
5. Veiligheidsfilter
(Figuur
56).
De filters controleren
1.
Controleer het veiligheidsfilter. Als het vuil is,
vervangt u het veiligheids- en het voorfilter.
Belangrijk:
te reinigen. Als het veiligheidsfilter vuil is,
betekent dit dat het voorfilter is beschadigd.
2.
Inspecteer het filterelement op beschadiging
door een felle lichtbron op de buitenkant van het
filter te richten en er doorheen te kijken. Als het
voorfilter vuil, verbogen of beschadigd is, moet
u het vervangen.
Opmerking:
als lichte plekken. U mag het voorfilter niet
reinigen.
Filters monteren
Belangrijk:
U mag de motor nooit laten lopen
zonder dat beide luchtfilters en het deksel zijn
gemonteerd om beschadiging van de motor te
voorkomen.
1.
Als u nieuwe filters plaatst, moet u elk filter
controleren op transportschade.
Opmerking:
worden gebruikt.
2.
Als u het binnenste filter vervangt, schuif het
dan voorzichtig in de filterbehuizing
3.
Schuif het voorfilter op het veiligheidsfilter
(Figuur
56).
Opmerking:
volledig op zijn plaats zit door op de buitenrand
te duwen tijdens de montage.
Belangrijk:
van het filter.
4.
Plaats het luchtfilterdeksel en maak de sluitingen
g001883
vast
(Figuur
50
Probeer het veiligheidsfilter niet
Gaten in het filter zijn herkenbaar
Een beschadigd filter mag niet
Zorg ervoor dat het voorfilter
Druk niet op het zachte midden
56).
(Figuur
56).