Motoroliefilter vervangen
1.
Laat de olie uit de motor lopen; raadpleeg
Motorolie verversen (bladz.
2.
Vervang het motoroliefilter
Figuur 61
Opmerking:
Controleer of de pakking van het
oliefilter contact maakt met de motor en draai
het oliefilter nog ¾ slag extra vast.
3.
Vul het carter met het juiste type nieuwe olie; zie
Motorolietype (bladz.
52).
(Figuur
61).
g008804
g027477
51).
Onderhoud van de
bougie(s)
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer of de elektrodenafstand tussen de centrale
elektrode- en de massa-elektrode correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor
het (de)monteren van de bougie en een voelermaat
om de elektrodenafstand te meten en af te stellen.
Monteer een nieuwe bougie indien dit nodig is.
Type bougie: NGK
Elektrodenafstand: 0,75 mm
Bougie verwijderen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak de omgeving van de onderkant van de
bougie schoon om te voorkomen dat er vuil en
rommel in de motor terechtkomt.
4.
Zoek en verwijder de bougie(s) zoals wordt
getoond in
Figuur
De bougie(s) controleren
Belangrijk:
Maak de bougie(s) niet schoon.
Verwijder een bougie altijd als deze: een zwarte
laag heeft, als de elektroden versleten zijn, als er
een vettige laag op ligt of als de bougie scheuren
vertoont.
53
®
BPR4ES of gelijkwaardig
62.
Figuur 62
g009922
g027478