5
Bediening
Rijmodus
Afvoergoten, spoorwegovergangen en der-
gelijke moeten zodanig geëgaliseerd zijn en,
indien nodig, met rijplanken worden afgedekt
dat er zo schokvrij mogelijk overheen kan wor-
den gereden.
Controleer of mangatdeksels, putdeksels etc.
over voldoende draagvermogen beschikken.
Er moet voldoende afstand zijn tussen de
hoogste punten van de machine of de last
en vaste punten in de omgeving. De hoogte
is afhankelijk van de totale hoogte van de
machine en de afmetingen van de last.
Regels voor rijwegen en de werkomge-
ving
Er mag alleen worden gereden op wegen die
door het bedrijf dat de heftruck gebruikt (zie
het hoofdstuk "Definitie van de verantwoor-
delijke personen") of door diens vertegen-
woordigers zijn goedgekeurd voor verkeer.
Er mogen zich geen obstakels op de rijwegen
bevinden. De last mag alleen op de daarvoor
bedoelde plekken worden neergezet en op-
geslagen. Het bedrijf dat de machine gebruikt
en diens vertegenwoordigers dienen ervoor te
zorgen dat onbevoegde derden geen toegang
tot de werkomgeving hebben.
Gevarenzones
Gevarenzones van rijwegen moeten worden
gemarkeerd met de gebruikelijke verkeers-
borden of, indien nodig, met extra waarschu-
wingsborden.
74
127 807 02 09 [NL]