Bediening
– Koppel de verlichting van de aanhangwa-
gen (indien aanwezig) los van de contact-
doos van de aanhangwagen.
– Duw de trekpen (2) omlaag, draai hem 90°
en trek hem eruit.
– Rijd de machine in de kruipgang achteruit
voorzichtig naar voren tot de dissel en
koppeling volledig van elkaar gescheiden
zijn.
– Haal de dissel uit de koppeling.
– Breng de trekpen aan. Druk hem tegen de
druk van de borgveer in omlaag, draai hem
90° en zet hem vast.
Automatische koppeling bedienen
Een last aankoppelen
GEVAAR
Verhoogd ongevalrisico door verkeerde bediening
van de koppeling!
De veiligheid van de koppeling kan alleen worden
gecontroleerd aan de hand van de stand van de
koppelpen (3).
De koppelpen mag na het aankoppelen van een
aanhangwagen niet buiten zijn geleiding uitsteken
(zie informatiesticker).
– Trek nooit een aanhangwagen als de koppelpen
(3) buiten zijn geleiding uitsteekt.
Het is de verantwoordelijkheid van de bestuurder
ervoor te zorgen dat de koppelpen goed vastzit
voordat er een aanhangwagen wordt getrokken.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door verkeerde bediening!
– Steek uw hand niet in de open koppeling.
– Beveilig de aan te koppelen last met bijvoor-
beeld wielkeggen tegen wegrollen.
– Rijd de machine langzaam achteruit.
– Stop vlak voor de dissel.
– Parkeerrem inschakelen
– Bedien de afstandsbedieningsschakelaar
voor de kruipgang achteruit in het schake-
laarpaneel.
127 807 02 09 [NL]
Aanhangwagen en last
3
5
2
117