Bediening
Het volgende is tijdens het rijden verboden:
• Armen en benen buiten de machine laten
bungelen
• Buiten de contouren van de machine leunen
• Uit de machine stappen
• Bestuurdersstoel verschuiven
• Stuurkolom verstellen
• Veiligheidsgordel losmaken
• Veiligheidssysteem buiten werking stellen
• Elektronische apparatuur bedienen, zoals
radio's, mobieltjes etc.
Zicht tijdens het rijden
De bestuurder moet in de rijrichting kijken en
voldoende zicht op het af te leggen traject
hebben.
De bestuurder moet zich ervan vergewissen
dat de weg vrij is.
Als dit niet mogelijk is, moet een tweede
persoon te voet aan de voorzijde van de
machine als gids dienen.
In dat geval mag de bestuurder alleen stap-
voets rijden en dient hij extra voorzichtig te
zijn. De machine moet onmiddellijk worden
gestopt wanneer de bestuurder het oogcon-
tact met de gids verliest.
Achteruitkijkspiegels zijn alleen bedoeld om
het gebied achter de machine in de gaten te
houden; zij mogen niet worden gebruikt tijdens
het achteruitrijden. Als er voor voldoende
zicht visuele hulpmiddelen (spiegel, monitor)
nodig zijn, moet het gebruik daarvan worden
geoefend. Tijdens het achteruitrijden met
behulp van visuele hulpmiddelen is extra
voorzichtigheid geboden.
De ruiten en spiegels moeten altijd schoon en
vrij van ijs zijn.
Rijwegen
Toestand van rijwegen
Rijwegen moeten voldoende bestraat, vlak en
vrij van vuil en gevallen voorwerpen zijn.
127 807 02 09 [NL]
5
Rijmodus
73