6
Onderhoud indien nodig
Bedieningselementen en functies
controleren
– Controleer de werking van het rempedaal.
– Controleer de werking van de stuurinrich-
ting.
– Controleer de werking van het rijpedaal.
– Controleer de werking van de schakelaar
voor de parkeerrem.
– Controleer de werking van de displayeen-
heid.
– Controleer de werking van alle aanvullende
bedieningselementen.
Lagers van de stuurstangen smeren
– Smeer de lagers van de stuurstangen met
een vetspuit tot er vet uit de lagers komt.
164
127 807 02 09 [NL]
Onderhoud
127-73