6
Onderhoud
Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud
gemonteerd en op hun betrouwbare werking
worden gecontroleerd.
Werkzaamheden aan de elektrische
uitrusting
Aan de elektrische uitrusting van de machine
mag uitsluitend worden gewerkt indien de
uitrusting spanningsloos is. Functietests, con-
troles en afstelwerkzaamheden aan onder
spanning staande delen mogen uitsluitend
worden uitgevoerd door getrainde en geauto-
riseerde personen en met inachtneming van
de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen. Rin-
gen, metalen armbanden etc. moeten worden
verwijderd alvorens aan elektrische compo-
nenten te werken.
Ter voorkoming van schade aan elektronische
systemen met elektronische componenten,
zoals een rijregeling, moeten deze compo-
nenten uit de machine worden verwijderd
voordat er elektrisch wordt gelast.
Werkzaamheden aan de elektrische installatie
(bijv. het aansluiten van een radio, extra
schijnwerpers etc.) zijn alleen toegestaan
na schriftelijke goedkeuring van het STILL-
servicecentrum.
Werkzaamheden aan de hydrauli-
sche uitrusting
De hydraulische uitrusting moet voorafgaand
aan alle werkzaamheden drukloos worden
gemaakt.
127 807 02 09 [NL]
147