5
Extra apparatuur
Als de koppelpen volledig is geheven, licht het
gele indicatielampje (5) op.
– Rijd de machine voorzichtig naar voren
tot de dissel en koppeling van elkaar
gescheiden zijn.
OPMERKING
Als de koppelpen niet volledig omhoog komt,
licht het rode indicatielampje (4) op. Daarna is
de rijmodus gedeactiveerd en kan er niet met
de machine worden gereden.
OPMERKING
Als de koppelpen vast komt te zitten, gaat de
stroomonderbreker (2) open en licht het indi-
catielampje ervan op. Verhelp de blokkering
voordat u de stroomonderbreker (2) reset. Als
de stroomonderbreker opengaat, wacht u 30
seconden voordat u deze probeert te resetten.
Extra apparatuur
Toetsenblok voor de bestuurders-
code
Het toetsenblok (datalogger*) bestaat uit een
12-cijferig toetsenblok op het dashboard
en een draaischakelaar in plaats van het
contactslot.
De bestuurder moet een 5-cijferige pincode
invoeren om de machine te starten. Dit
voorkomt ongeautoriseerd gebruik.
Nadat de bestuurder is aangemeld, registreert
het systeem gegevens over de gebruikstoe-
passing en de werkfuncties.
* Variant
122
127 807 02 09 [NL]
Bediening