6
Veiligheidsvoorschriften voor onderhoud
– Voer nooit onderhouds- of servicewerk-
zaamheden aan de trekker uit terwijl ie-
mand op de bestuurdersstoel zit, tenzij
deze persoon volledig opgeleid is en mee-
helpt met de werkzaamheden.
– Schakel de trekker nooit in vanaf een
andere plaats dan de bestuurdersstoel.
– Het ontwerp van in de werkplaats of op het
terrein gebruikte onderhoudstrappen of
-platforms moet voldoen aan de gangbare
regelgeving.
– Voorzie alle bedieningselementen van een
waarschuwingslabel om aan te geven dat
er servicebeurten of reparaties worden
uitgevoerd.
– Draag bij het reinigen met perslucht of
stoom altijd persoonlijke beschermings-
middelen, zoals veiligheidsschoenen, vei-
ligheidsbril, adembeschermingsmasker,
veiligheidshandschoenen enzovoort.
– Na elk onderhoud moet er een functietest
worden uitgevoerd en moet er worden
proefgedraaid.
Omgang met smeermiddelen
Ga altijd veilig om met smeermiddelen en
neem hierbij de voorschriften van de fabrikant
in acht.
Bewaar smeermiddelen alleen in goedge-
keurde containers en specifieke opslagruim-
ten. Aangezien ze mogelijk ontvlambaar zijn,
Instelwaarden
Bij reparatie en vervanging van hydraulische
en elektrische componenten moeten de
specifieke instelwaarden van de apparaten
worden aangehouden. Deze zijn vermeld in
de desbetreffende paragrafen.
Veiligheidsvoorzieningen
Na onderhoud en reparaties moeten alle
veiligheidsvoorzieningen opnieuw worden
146
mogen ze niet in contact komen met hete voor-
werpen of open vuur.
Reinig de omgeving van het betreffende on-
derdeel voordat u smeert, een filter vervangt
of reparaties uitvoert aan het hydraulisch sys-
teem.
Gebruik uitsluitend schone containers bij het
bijvullen van brandstof en smeermiddelen.
MILIEUVOORSCHRIFT
Smeermiddelen en reinigingsmiddelen die
tijdens onderhoudswerkzaamheden worden
gebruikt, kunnen schadelijk zijn voor het
milieu. Neem het volgende in acht:
Volg de veiligheids- en verwijderingsin-
•
structies van de fabrikant op wanneer u
met smeermiddelen en reinigingsmiddelen
werkt.
Voorkom morsen van smeermiddelen. Ver-
•
wijder alle eventueel gemorste smeermid-
delen onmiddellijk met een geschikt absor-
berend middel en voer de smeermiddelen
af volgens de lokale voorschriften voor af-
valverwerking.
Afgewerkte of verontreinigde smeermidde-
•
len moeten altijd volgens de voorschriften
worden afgevoerd. Houd u aan de gel-
dende wetten en regels.
Gebruikte onderdelen, lege containers,
•
filters, enzovoort moeten volgens de lokale
voorschriften voor afvalverwerking worden
afgevoerd.
127 807 02 09 [NL]
Onderhoud