30
Algemene inbedrijfstelling
Werkingsparameters:
• drukdaling gekoeld water door de
verdamper (als geen hydraulische
module geïnstalleerd is) of de
beschikbare druk van de unit.
Dit moet overeenkomen met de
Trane-orderbevestiging.
• oververhitting: het verschil tussen
aanzuigtemperatuur en dauwpunt
temperatuur. De normale
oververhitting moet tussen 5 en
7 °C liggen.
• onderkoeling: het verschil
tussen vloeibare temperatuur en
blaaspunttemperatuur. Normale
tussenkoeling dient binnen 2 en
10 °C te liggen.
• Condenserbenadering: het
verschil tussen dauwpunts-
temperatuur onder hoge druk
en luchtinlaattemperatuur van
condensor. De normale waarde
op standaardunit moet bij volle
belasting tussen 15 en 23 °C
liggen.
• Verdamperbenadering:
het verschil tussen
uittredewatertemperatuur en
dauwpuntstemperatuur bij lage
druk. De normale waarde voor
een standaard unit, zonder
ethyleenglycol in gekoeld water,
moet tussen 2 en 5 °C liggen.
Laatste controle
Als de unit correct werkt:
• Controleer of de unit schoon
is en verwijder eventueel vuil,
gereedschappen, enz.
• Controleer of alle kleppen in de
bedrijfstand staan.
• Sluit de deuren van het
bedienings- en starterpaneel en
controleer de bevestiging van
de panelen.
LET OP
Voor de geldigheid van garantie
moet elke inbedrijfstelling die door
de klant zelf wordt uitgevoerd, in
een gedetailleerd rapport worden
vastgelegd dat zo snel mogelijk naar
uw plaatselijke Trane-kantoor moet
worden gestuurd.
• Een motor waarvan de
isolatieweerstand lager is dan
2 megaohm mag niet worden
opgestart.
• De fase-onbalans mag nooit
groter zijn dan 2%.
• De voedingsspanning van de
motoren mag niet meer dan
10% afwijken van de nominale
spanning op het typeplaatje van
de motor.
• Een overdadige olie-emulsie in
de compressor geeft aan dat er
koudemiddel aanwezig is in de
olie, waardoor de compressor
onvoldoende gesmeerd wordt.
Schakel de compressor uit,
wacht 60 minuten totdat de
carterverwarmingen de olie
hebben verwarmd, en start
vervolgens opnieuw. Als dit niet
werkt, moet u een Trane monteur
om advies vragen.
• Een teveel aan olie in de
compressor kan de compressor
beschadigen. Overleg met de
Trane-monteur voordat u olie
bijvult. Gebruik alleen door Trane
aanbevolen producten.
• De compressoren moeten in
één bepaalde rotatierichting
werken. Als het hoge druk van
het koudemiddel stabiel blijft in
de 30 seconden na het opstarten
van de compressor, moet de
unit onmiddellijk uitgeschakeld
worden en moet de draairichting
met behulp van een fasemeter
gecontroleerd worden.
WAARSCHUWING!
Het gekoeldwatercircuit kan onder
druk staan. Laat deze druk zakken
voordat u het systeem opent om
het watercircuit te spoelen of
bij te vullen. Als deze instructie
niet wordt opgevolgd, kan het
onderhoudspersoneel letsel oplopen.
Als een reinigingsoplossing wordt
gebruikt in het gekoeldwatercircuit,
moet de koelmachine geïsoleerd
worden van het watercircuit om
schade aan de koelmachine en de
waterleidingen van de verdamper
te voorkomen.
CG-SVX06F-NL