Afb.51 Vervanging van de ionisatie-/ontste
kingselektrode
3
2
1
Afb.52 Controle terugslagklep
1
4
5
6
7666746 - v.01 - 05092016
4
AD-0001187-01
2
3
4
AD-0001188-01
10.4.1 Vervanging van de ionisatie-/ontstekingselektrode
De ionisatie-/ontstekingselektrode moet vervangen worden indien:
De ionisatiestroom < 4 µA is.
De elektrode beschadigd of versleten is.
De elektrode in de serviceset zit.
1. Verwijder de stekker van de elektrode uit de ontstekingstransforma
tor.
Toelichting
De ontstekingskabel zit vast aan de elektrode en mag dus niet
verwijderd worden.
2. Draai de 2 schroeven van de elektrode los.
3. Verwijder het geheel.
4. Monteer de nieuwe ionisatie-/ontstekingselektrode.
5. Ga voor het monteren in de omgekeerde volgorde te werk.
10.4.2 Controle van de terugslagklep
Controleer de conditie van de terugslagklep. Vervang de terugslagklep als
hij defect is, in de serviceset zit, of als er condenssporen aan de binnen
kant van de ventilator zichtbaar zijn. Ga als volgt te werk:
1. Draai de 3 bouten van de adapter op de houder van de terugslag
klep los (aandraaimoment 15 Nm).
2. Verwijder de ionisatie/-ontstekingselektrode.
3. Draai de 3 moeren van de adapter op de warmtewisselaar los (aan
draaimoment 15 Nm).
4. Verwijder de adapter inclusief brander voorzichtig uit de warmtewis
selaar.
5. Draai de 4 bouten op de ventilator los en verwijder de houder van de
terugslagklep (aandraaimoment 5,5 Nm).
6. Controleer of er condenssporen aan de binnenkant van de ventilator
zichtbaar zijn.
Vervang de terugslagklep altijd compleet met houder bij zichtbare
condenssporen of beschadigingen.
7. Ga voor het monteren in omgekeerde volgorde te werk.
Opgelet
Let op de aandraaimomenten van moeren en bouten bij het
monteren.
Let op de positionering van pakkingen bij het monteren.
10 Onderhoud
63