Afb.40 Rookgasmeetpunt
7666746 - v.01 - 05092016
7.3.2 Controle van de verbranding
1. Schroef de dop van het rookgasmeetpunt los.
2. Steek de meetsensor van de rookgasanalysator in de meetopening.
Toelichting
Dicht de opening rond de meetsensor tijdens de meting goed af.
De rookgasanalysator moet een minimale nauwkeurigheid heb
ben van ±0,25% O
3. Meet het percentage O
vollast en laaglast.
AD-0001179-01
Controle-/instelwaarden O
1. Stel de ketel in op vollast.
Zie
Handleiding van het bedieningspaneel.
2. Meet het percentage O
3. Vergelijk de gemeten waarde met de controlewaarden in de tabel.
Tab.22 Controle-/instelwaarden O
Waarden bij vollast voor G30/31 (Butaan/
Propaan)
Gas 220 Ace 160
Gas 220 Ace 200
Gas 220 Ace 250
Gas 220 Ace 300
(1) nominale waarde
Opgelet
De O
2
laaglast.
4. Valt de gemeten waarde buiten de gegeven waarden in de tabel,
corrigeer dan de gas/luchtverhouding.
Waarschuwing
Informatie bestemd voor de installateur: Het is uitdrukkelijk verbo
den werkzaamheden aan het gasblok uit te voeren. Het is alleen
toegestaan de apparatuur en de instellingen te controleren. De
hierna beschreven handelingen moeten door een monteur van
HeaTeam worden uitgevoerd.
.
2
in de rookgassen. Voer een meting uit bij
2
bij vollast
2
in de rookgassen.
2
Propaan)
waarden bij vollast moeten lager zijn dan de O
7 Inbedrijfstelling
bij vollast voor G30/31 (Butaan/
2
O
%
2
5,1 - 5,4
4,9 - 5,2
4,9 - 5,2
5,5 - 5,8
waarden bij
2
(1)
(1)
(1)
(1)
(1)
41