2. Klik op Automatic (Automatisch). Stel met de schuifbalk de
afdrukresolutie Fast (Snel) (300 dpi) of Fine (Fijn) (600 dpi) in.
1
3. Klik op OK om de instellingen toe te passen.
Opmerking:
Als u niet kunt afdrukken of als er een bericht over een geheugenfout
verschijnt, kunt u het afdrukken wellicht hervatten door een lagere
resolutie te selecteren.
De printersoftware voor Windows gebruiken
3
3
3
3
3
2
3
3
3
3
3
3
3
53