8. Zet de voorkant van de optionele papierlade op de printer
vast met behulp van twee van de meegeleverde schroeven.
9. Verwijder de klep aan de achterkant van de onderste
standaardpapierlade en zet de achterkant van de eenheid op
de printer vast met behulp van de twee resterende schroeven.
Sluit de klep vervolgens weer.
10. Plaats de onderste standaardpapierlade terug in de printer.
11. Sluit alle interfacekabels en het netsnoer weer aan.
12. Sluit het netsnoer vervolgens op een stopcontact aan.
13. Zet de printer aan.
Optionele onderdelen installeren
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
181