Clientcomputers instellen
❏ Zie "Windows Me, 98 of 95" op pagina 147 voor Windows
Me, 98 of 95.
❏ Zie "Windows XP of 2000" op pagina 149 voor Windows XP
of 2000.
❏ Zie "Windows NT 4.0" op pagina 153 voor Windows NT 4.0.
Opmerking:
❏ Wanneer u de printer deelt, moet u EPSON Status Monitor 3
instellen zodat de gedeelde printer kan worden gecontroleerd op de
afdrukserver. Zie "Controlevoorkeuren instellen" op pagina 83 voor
meer informatie.
❏ Als u in Windows Me, 98 of 95 een gedeelde printer gebruikt,
dubbelklikt u op de server op het pictogram Network (Netwerk) in
het Configuratiescherm en controleert u of de component File and
printer sharing for Microsoft Networks (Bestands- en printerdeling
voor Microsoft-netwerken) is geïnstalleerd. Controleer of op de
server en de clients het IPX/SPX-compatibele protocol of het
TCP/IP-protocol is geïnstalleerd.
❏ De afdrukserver en de clientcomputers moeten op hetzelfde netwerk
en onder hetzelfde netwerkbeheer zijn ingesteld.
❏ De vensters op de volgende pagina's kunnen verschillen, afhankelijk
van de gebruikte versie van Windows.
136
Printer instellen in een netwerk