34
Telefoonboek
<Overige boeken>
F
Telefoonboek openen.
<Overige boeken>
selecteren.
<Eigen nummers>
Invoer van „eigen" telefoonnummers
in het telefoonboek (bijv. fax) ter in-
formatie. Deze telefoonnummers
kunnen gewijzigd, gewist en ook als
SMS verzonden worden.
<Servicenummer>/
<infonummers>
Er zijn wellicht telefoonnummers in
het telefoonboek opgeslagen, die
door uw provider ter beschikking zijn
gesteld. Daarmee kunt u lokale of in-
terregionale informatiediensten bel-
len, of gebruikmaken van de dien-
sten van uw provider.
<SIM-telefoonb.> (Standaard)
Items die in het telefoonboek op de
SIM-kaart zijn opgeslagen, kunnen
ook weer in een ander GSM-toestel
worden gebruikt.
<Beveiligde SIM>
Op speciale SIM-kaarten kunnen te-
lefoonnummers in een beveiligde
sector worden opgeslagen. Om deze
nummers te kunnen bewerken is de
pin2-code vereist.
Activeren met de functie
(pagina 75).
<Mobiel>
Zodra de SIM-kaart vol is, zullen tele-
foonboekitems in het toestelgeheu-
gen worden opgeslagen.
Telefoonnummers uit het telefoonboek
completeren
Bij het invoeren van een telefoonnummer in
het telefoonboek kunt u cijfers ook vervan-
gen door een vraagteken „?":
*
Lang indrukken.
Deze vraagtekens moet u bij het bellen van
een nummer vervangen door cijfers (bijv.
het doorkiesnummer in een telefooncentra-
le).
Het telefoonnummer dat u wilt bellen selec-
teren uit het telefoonboek:
A
Indrukken.
J
„?" vervangen door cijfers.
A
Indrukken, het telefoonnum-
mer wordt gebeld.
b
Alleen ‚