20
Telefoneren
Telefoneren
Nummer kiezen met de
cijfertoetsen
Het toestel moet aan staan (standby-
stand).
J
Telefoonnummer invoe-
ren (altijd met netnum-
mer, evt. met
internationaal toe-
gangsnummer).
§Wissen§
het laatste teken te wis-
sen, lang indrukken om
het hele telefoonnum-
mer te wissen.
A
Verbindingstoets indruk-
ken. Het weergegeven te-
lefoonnummer wordt
gebeld.
Gesprek beëindigen
B
Einde-toets kort indruk-
ken. Het gesprek wordt
beëindigd. Druk ook op
deze toets wanneer uw
gesprekspartner de ver-
binding als eerste heeft
verbroken.
Volume instellen
E
Met de navigatietoets
(boven) start u de volu-
meregeling tijdens het
gesprek.
Kort indrukken om
G
Volume instellen en met
bevestigen.
§OK§
Wanneer u in de auto een handsfree-
systeem gebruikt, heeft het ingestel-
de handsfree-volume geen invloed
op de volume-instelling van de tele-
foon.
Nummer opnieuw bellen
Het laatstgekozen telefoonnummer
opnieuw kiezen:
A
Verbindingsknop twee keer
indrukken.
Andere eerder gekozen telefoon-
nummers opnieuw kiezen:
A
Verbindingstoets één keer
indrukken.
G
Uit de lijst het gewenste
telefoonnummer selecte-
ren, en dan om te kiezen
A
op ...
... drukken.
Reeksen tonen (DTMF)
verzenden
Tijdens een gesprek kunt u een reeks
cijfers invoeren (DTMF-toonreeks),
bijv. om op afstand een antwoordap-
paraat af te luisteren. Deze reeks cij-
fers wordt dan rechtstreeks in de
vorm van DTMF -tonen doorgege-
ven.
Gespreksmenu openen.
y menu§
DTMF verz.
Selecteren.