Installatie (hydraulisch aangedreven pompen)
VOORZICHTIG
De hydraulische voeding moet te allen tijde schoon wor-
den gehouden om schade te voorkomen aan de motor
en de hydraulische voeding.
1.
Blaas de leidingen schoon met lucht en spoel
ze grondig door, voordat u ze weer aan de motor
aansluit.
2.
Breng een stop aan op de hydraulische inlaten,
uitlaten en leidinguiteinden wanneer u ze om wat
voor reden dan ook loskoppelt.
Breng altijd een stop aan op de hydraulische inlaten, uitlaten
en leidinguiteinden wanneer u ze om wat voor reden dan ook
loskoppelt om te voorkomen dat er vuil of andere vervuilende
stoffen in het systeem komen.
Zorg ervoor dat de hydraulische voeding van uw systeem
is uitgerust met een aanzuigfilter naar de hydraulische pomp
toe en een 10 micron systeemfilter in de retourleiding. Volg
nauwgezet de aanbevelingen van de fabrikant met betrek-
king tot reiniging van het filter en periodieke verversing van
de hydraulische vloeistof.
OPMERKING: Uit differentiaal hydraulische motoren komt
alleen hydraulische vloeistof bij de opgaande
slag van de werkcyclus. De olieretourleiding
moet minstens tweemaal de doorstromings-
capaciteit hebben van de olieleiding. Anders
vertraagt de tegendruk op de hydraulische
motorzuiger de motor en de materiaalpneu-
matische pomp, waardoor de prestaties van
de pomp minder worden.
Installeer een afsluiter (G) op de toevoerleiding van de
hydraulische olie (P) om het systeem voor servicebeurten
te isoleren; daarnaast een materiaaldrukmeter (H) om de
hydraulische oliedruk naar de motor te meten en te voor-
komen dat er overdruk komt op de motor of de onderpomp;
plus een druk- en temperatuurgecompenseerde regelkraan
voor de doorstroming (J) om te voorkomen dat de motor
te snel gaat draaien; een drukreduceerventiel (K) met een
afvoerleiding (L) die rechtstreeks is aangesloten op de
hydraulische retourleiding (Q); en een accumulator (N) om
het hamereffect te verminderen dat ontstaat als de motor
in de andere richting gaat draaien.
Installeer een afsluiter (M) op de hydraulische retourleiding (Q)
om de motor voor servicebeurten te isoleren.
308351
11