Standaardmembranen hermonteren
Na hermontage moet het draadborgmiddel
(vloeibare pakking) 12 uur uitharden, of volgens
instructies van de fabrikant, voordat de apparatuur
weer gebruikt mag worden. De apparatuur raakt
beschadigd als de bevestiging van de membraanas
losraakt.
1. Monteer de platen aan de luchtzijde (30),
membraanbackers (14), membranen (13), platen
aan vloeistofzijde (11) en afdichtingen (16, waar
van toepassing) met de bevestigingen (15)
precies zoals afgebeeld voor uw model
apparatuur. Zie je bijbehorende
onderdelenhandleiding. Zie Bijbehorende
handleidingen, pagina 2.
OPMERKING: Richt de bolle kant van de plaat
aan de vloeistofzijde (11) naar het membraan (13).
OPMERKING: Ongeacht eventuele markeringen
op de membraanbacker (14) moet de
membraanbacker (14) altijd zo worden
gemonteerd dat de buitenste glasparelreservoirs
om de buitenste glasparel van het membraan (13)
heen (en niet er vanaf) loopt
OPMERKING: Breng draadborgmiddel aan op de
bevestiging (15) voor alle membraaneenheden.
Breng een middelsterke draadborgmiddel aan op de
aszijde van de bevestiging om het membraan op de
1
as te bevestigen.
Afgeronde zijde naar het membraan toe (13).
2
1
30
1a
14
13
A
. 17: Standaardmembranen hermonteren
FB
(hygiënisch model afgebeeld)
3A7195D
LET OP
6a
15
16
11
2
2. Monteer de gemonteerde membraaneenheden
in de as (1a) en draai de bevestigingen (15)
met de hand vast.
3. Gebruik een geschikte sleutel om één bevestiging
(15) stevig in positie te houden. Gebruik
tegelijkertijd een geschikte sleutel om de
tegenoverliggende bevestiging (15) aan te halen
tot 68 N-m (50 ft-lb). Zie A
Draai aan tot 68 N•m (50 ft-lb).
4
A
. 18: Standaardmembranen vastdraaien
FB
4. Draai de as van de motor om deze in de motor
te centreren, zodat geen van beide membranen
uit de behuizing steekt, wat de installatie van
de vloeistofdeksels zou kunnen belemmeren.
OPMERKING: Als het niet mogelijk is beide
membranen in contact te brengen met de
behuizing, kies dan één membraan om eerst
te plaatsen. Zodra het eerste vloeistofdeksel
3
is bevestigd, drijft u de motor langzaam aan
zodat het andere membraan in contact komt
met de behuizing. Maak vervolgens het tweede
vloeistofdeksel vast.
5. Richt de vloeistofdeksels (3) naar de motor (1).
6. Monteer de klemmen (6a) om de vloeistofdeksels
(3) op hun plaats te houden.
OPMERKING: Voor de juiste afstand en uitlijning
van verdeelstukken moet u de klemmen (6a) los
genoeg monteren dat het vloeistofdeksel kan
1
bewegen voordat de deksels en klemmen
in positie worden bevestigd.
7. Monteer de terugslagventielen en verdeelstukken
weer zoals uitgelegd in Terugslagventielen
monteren, pagina 33.
. 18.
FB
1
13
15
4
Reparatie
6a
3
35