Installatie
Voor de installatie van deze apparatuur moet
u potentieel gevaarlijke procedures uitvoeren.
Alleen opgeleid en gekwalificeerd personeel dat
de informatie in deze handleiding heeft gelezen
en begrepen, mag deze apparatuur installeren.
Voorkom letsel door brand, explosies of elektrische
schokken door alle elektrische bedrading door een
gediplomeerd elektricien volgens alle ter plaatse
geldende voorschriften en regels uit te laten voeren.
De pomp monteren
De pomp kan erg zwaar zijn (zie Technische
specificaties, vanaf pagina 50, voor specifieke
gewichten). Gebruik ten minste twee riemen en
geschikte hijsmiddelen of laat twee personen
de pomp optillen. Til de pomp niet aan het
uitlaatverdeelstuk op.
1. Zorg ervoor dat het montageoppervlak vlak is.
2. Zorg dat het montageoppervlak en het
bevestigingsmateriaal sterk genoeg zijn om het
gewicht van de pomp, vloeistofleidingen,
toebehoren en vloeistof te dragen, en de
belasting tijdens het gebruik.
3. Bij elk soort bevestiging moet de pomp stevig
zijn vastgezet met bevestigingsmiddelen door
de montagesteun in de basis. Zie A
Zie Afmetingen, vanaf pagina 41.
OPMERKING: Voor bedieningsgemak en
service moet de pomp zo worden gemonteerd
dat de regelknop (K), het ledlampje (CC),
de I/O-poort/-kabel (BB) en de in- en
uitlaatpoorten voor de vloeistof (B, C)
gemakkelijk toegankelijk zijn.
Voorkom schade aan de pomp door de pomp op
de montagelocatie te bevestigen met bevestigingen
door elk gat in de poten. Zie A
3A7195D
. 5.
FB
LET OP
. 5.
FB
A
. 5: Montagegaten
FB
De vloeistofleidingen
aansluiten
Gebruik geleidende, flexibele vloeistofleidingen voor
de leidingen voor vloeistoftoevoer (F) en -uitlaat (J).
OPMERKING: Voor een goede aanzuiging moet de
vloeistofuitlaatpoort (C) hoger worden gemonteerd
dan de vloeistofinlaatpoort (B). Zie A
1. Installeer geleidende, flexibele vloeistofleidingen
(F en J).
2. Installeer een vloeistofafvoerventiel (G) bij
de vloeistofuitlaat. Zie A
Er moet een vloeistofafvoerventiel (G) in uw
systeem zijn aangebracht om de druk in de
vloeistofuitlaatleiding te ontlasten. Het afvoerventiel
vermindert het risico van ernstig letsel, zoals door
spatten in de ogen en op de huid, bij drukverlichting.
3. Monteer een vloeistofafsluitventiel (H) in de
vloeistofuitlaatleiding (J) benedenstrooms
van het vloeistofafvoerventiel (G).
OPMERKING: Installeer de apparatuur zo dicht
mogelijk bij de materiaalbron. Zie Technische
specificaties, vanaf pagina 50, voor een maximale
aanzuighoogte.
De pomp kan beschadigd raken als er geen
buigbare vloeistofleidingen worden gebruikt.
Wanneer er vast aangesloten vloeistofleidingen
in uw systeem worden gebruikt, moet u een
korte geleidende flexibele vloeistofleiding
op de pomp aansluiten.
Installatie
. 3 en A
FB
. 3 en A
. 4.
FB
FB
LET OP
. 4.
FB
13