Elektrische aansluitingen en bedrading
Draadvoedingskabels
Voorkom letsel door brand, explosies of elektrische
schokken door alle elektrische bedrading door een
gediplomeerd elektricien volgens alle ter plaatse
geldende voorschriften en regels uit te laten voeren.
Alleen voor modellen in explosieve omgevingen of
gevaarlijke (of als zodanig geclassificeerde) locaties.
Als u een model voor explosieve omgevingen of
gevaarlijke (of als zodanig geclassificeerde) locaties
op een stroombron wilt aansluiten, moet u een van
de volgende stappen uitvoeren:
•
Sluit de apparatuur aan op een stroombron.
•
Zorg voor een stekker, aansluiting en
vergrendeling die aan de vereisten van
EN 60079-0 of UL 674 voldoen.
OPMERKING: Zie Benodigde stroom en stekkers,
pagina 17, voor de stroomvereisten. Installeer een
stroomonderbreker in elke niet-geaarde fase.
Een kabel van 4,6 m (15 ft) (3 of 4 geleiders) wordt
meegeleverd met modellen voor explosieve
omgevingen of gevaarlijke (of als zodanig
geclassificeerde) locaties. Sluit de kabel rechtstreeks
aan op een paneel met stroomonderbreker en
een hoofdschakelaar volgens de plaatselijke
voorschriften. Wanneer er extra kabellengte nodig is,
sluit dan extra kabel aan via een aansluitdoos.
Gebruik de volgende tabel om de minimale kabeldikte
te selecteren op basis van de lengte:
Lengte
Meter
15,2 m (50 ft)
12 AWG
30,4 m (100 ft)
10 AWG
200 ft (61 m)
8 AWG
OPMERKING: Zorg dat de hoofdschakelaar (AA)
is uitgeschakeld en vergrendeld voordat u kabels
aansluit. Zie A
. 8.
FB
AA
A
. 8: Hoofdschakelaar
FB
18
Modellen met enkelfasige draad
Alleen voor modellen in explosieve omgevingen of
gevaarlijke (of als zodanig geclassificeerde) locaties.
Zie A
1. FF6-motoren: Sluit de zwarte draad aan op Lijn 1
2. FF6-motoren: Sluit de witte draad aan
3. Sluit de aarddraad (groen) aan op een echt
A
Modellen met 3-fasige draad
Alleen voor modellen in explosieve omgevingen of
gevaarlijke (of als zodanig geclassificeerde) locaties.
Zie A
1. Sluit de zwarte draad aan op Lijn 1 (zwart, L1).
2
mm
2. Sluit de witte draad aan op Lijn 2 (wit, L2).
3,3
5,3
3. Sluit de rode draad aan op Lijn 3 (rood, L3).
13,3
4. Sluit de aarddraad (groen) aan op een
A
. 9.
FB
(L1, zwart).
FF4-motoren: Sluit de bruine draad aan op Lijn 1
(L1, bruin).
op Neutraal (L2/N, wit).
FF4-motoren: Sluit de blauwe draad aan
op Lijn 2 (L2/N, blauw).
aardpunt.
. 9: Bedrading voor eenfasige modellen
FB
. 10.
FB
echt aardpunt.
. 10: Bedrading voor 3-fasige modellen
FB
3A7195D