Als het kind groeit en de volgende
gewichtsgroep bereikt (groep 1),
moet het zitje in de rijrichting worden
gemonteerd; zie hiervoor de door de
fabrikant bij het zitje geleverde in-
structies.
Als het zitje in deze stand staat, moet
de voorstoel zo worden ingesteld dat
de vorm van het Kiddy Isofix zitje zo-
wel goed door de rugleuning als door
de zitting wordt ondersteund.
Montage van het kinderzitje voor
groep 1 (fig. 68 - 69)
Ga voor een juiste montage van het
kinderzitje als volgt te werk:
– controleer of de borghaak B in de
ruststand staat (teruggetrokken);
– stel vast waar de beugels A zich
bevinden en zet vervolgens het zitje in
lijn met de borgingen C van de beu-
gels;
– duw op het kinderzitje, totdat het
inklikken van de borgingen wordt
waargenomen;
– als het zitje in de rijrichting moet
worden gemonteerd, haak dan de bo-
venste riem (in het bovenste vakje van
het zitje) aan ring A (fig. 68) ; deze
bevindt zich op de bodemplaat, direct
achter de stoel:
– controleer de borging door te
trachten het kinderzitje met kracht te
bewegen: door de ingebouwde bevei-
ligingsmechanismen kan het zitje niet
aan slechts één borging worden ge-
monteerd.
In deze opstelling wordt het kind
ook door de gordel van de auto fig. 69
en de bovenste riem vastgehouden.
Volg voor de juiste ligging van de
veiligheidsgordels van de auto in het
kinderzitje de door de fabrikant bij-
geleverde instructies beslist op.
fig. 68
Als het kinderzitje in deze stand is
gemonteerd, dan moet de stoel hal-
verwege de slag in de geleiders wor-
den geplaatst en moet de rugleuning
verticaal worden gezet.
fig. 69
53