Inhoudsopgave
Advertenties
ALGEMENE AANWIJZINGEN
– Als een verlichtingsunit niet werkt,
controleer dan eerst de zekering voor-
dat de lamp wordt vervangen.
– Zie voor de opstelling van de ze-
keringen de paragraaf "Als een zeke-
ring is doorgebrand" in dit hoofdstuk.
– Controleer voordat de lamp wordt
vervangen de contacten op oxidatie.
– Vervang de defecte lamp altijd door
een lamp van hetzelfde type en wat-
tage.
– Controleer altijd nadat een lamp
in de koplampen is vervangen, om
veiligheidsredenen de afstelling van de
koplampen.
160
TYPEN LAMPEN (fig. 11)
Op de auto zijn verschillende typen
gloeilampen gemonteerd:
A Glasfittinglampen: geklemd ge-
monteerd, trek om te verwijderen.
B Lampen met bajonetfitting: iets
indrukken en linksom draaien om de
lamp uit de lamphouder te verwijde-
ren.
C - D Halogeenlampen: haak de
borgveer uit de zitting om de lamp te
verwijderen.
E Xenon gasontladingslampen.
fig. 11
Advertenties
Inhoudsopgave
