Handmatig uitschakelen van de
frontairbag passagierszijde
Als beslist een kind op de voorstoel
moet worden vervoerd, kan de front-
airbag aan passagierszijde worden
uitgeschakeld.
De airbag kan worden uitgeschakeld
met de contactsleutel in de sleutel-
schakelaar rechts aan de zijkant op
het dashboard (fig. 161). De schake-
laar kan alleen worden bereikt als het
portier is geopend.
De sleutelschakelaar kan in twee
standen worden gezet:
stand 1 (ON): frontairbag passa-
gierszijde ingeschakeld, lampje
doofd; het is beslist verboden om kin-
deren op de voorstoel te vervoeren;
126
stand 2 (OFF): frontairbag passa-
gierszijde uitgeschakeld, lampje
brandt; kinderen kunnen op de voor-
stoel worden vervoerd als zij be-
schermd worden met een daarvoor
bestemd systeem.
Het lampje
blijft branden, totdat
de passagiersairbag weer wordt inge-
schakeld.
Als de frontairbag aan de passa-
gierszijde wordt uitgeschakeld, wordt
de werking van de zij-airbags niet ge-
wijzigd.
Als het portier is geopend, kan de
sleutel in beide standen uit de sleutel-
schakelaar worden gehaald of in wor-
ge-
den gestoken.
fig. 161
ZIJ-AIRBAGS
(SIDEBAG - HEADBAG)
De zij-airbags verhogen de bescher-
ming van de inzittenden bij een mid-
delzware flankbotsing.
Ze bestaan uit een zich onmiddellijk
opblazend kussen:
– de sidebag bevindt zich in de rug-
leuning van de voorste stoelen (eerste
rij); door deze oplossing staat het kus-
sen altijd in de optimale stand ten op-
zichte van de inzittende, ongeacht de
stand van de stoel;
– de headbag bestaat uit een "gor-
dijn" en bevindt zich in de zijbekle-
ding van het dak onder een speciale
kap, waardoor het kussen naar
beneden uitvouwt. Deze oplossing is
gekozen om het hoofd te beschermen
en biedt aan de inzittenden van alle
drie de rijen zitplaatsen de maximale
bescherming bij een flankbotsing. De
gordijnvorm biedt de beste prestaties
door het grote oppervlak en het zelf-
richtende effect ook als het niet wordt
ondersteund.