"
Batterij opladen met reislader
A Het is mogelijk dat u tijdens het opladen niet kunt bellen
of gebeld kunt worden. Dit is afhankelijk van de toestand
van de batterijen. Indien de batterijcapaciteit gering of erg
laag is, dient u de batterijen bij voorkeur eerst op te laden
voordat u belt of een gesprek aanneemt.
De reislader voorziet de telefoon van stroom en laadt een batterij
in de telefoon op. U kunt de telefoon niet inschakelen indien
geen batterij geplaatst is.
! Als u op reis gaat, moet u controleren of de netspanning
van het land van uw bestemming overeenkomt met het
vereiste voltage van uw reislader.
Plaats de batterijen in uw toestel (zie 'Batterijen plaatsen').
Zo laadt u de batterij op:
1 Let erop dat uw batterijen op de juiste manier geplaatst zijn.
A De batterijen zullen niet worden opgeladen indien ze niet
juist zijn geplaatst of indien de lader niet goed is
aangesloten.
2 Sluit de reislader aan op de telefoon.
3 Steek de stekker van de reislader in een geschikt stopcontact.
Uw toestel kan zowel worden opgeladen als het is ingeschakeld
als wanneer het is uitgeschakeld. Indien de telefoon is
ingeschakeld, zult u een pieptoon horen en zal het batterij-
symbool knipperen zodra het laden begint. Als uw toestel niet is
ingeschakeld, verschijnt Batterij laadt op op de display en
zal het batterij-symbool knipperen zodra het laden begint.
A Uw toestel dient bij voorkeur helemaal ingeschakeld of
helemaal uitgeschakeld te zijn voordat de lader wordt
aangesloten en met laden wordt begonnen.
A Uw toestel zal geen pieptoon laten horen indien de
batterijen niet correct zijn geplaatst. Bij nieuwe of volledig
ontladen batterijen kan het twee minuten duren voordat u
de pieptoon hoort.
Het display geeft onderwijl aan hoe ver de batterij inmiddels
geladen is. Zie 'Batterijmeterindicaties' later in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
Telefoon, batterijen en SIM-kaart
19
Nederlands