POMPSNELHEID INSTELLEN
De warmtepomp (GP1) wordt automatisch geregeld en
stelt zichzelf in op basis van de bedieningsmechanismes
en de vraag naar verwarming.
Capaciteit, circulatiepomp verwarmingssysteem
Druk
Tillgängligt tryck
(kPa)
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
0,05
0,10
0,15
Vermogen, circulatiepomp verwarmingssysteem
Uitgang
Effekt
(W)
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
0
0
0,05
0,10
0,15
ACHTERAF AFSTELLEN, ONTLUCHTEN
De eerste tijd komt er lucht vrij uit het warme water en
kan het nodig zijn om het systeem te ontluchten. Indien
er borrelende geluiden bij de warmtepomp of het afgif-
tesysteem worden waargenomen, is het nodig om het
hele systeem nogmaals te ontluchten. Zie paragraaf
"Ontluchten van het
klimaatsysteem" op
informatie over het ontluchten van de warmtepomp.
34
Hoofdstuk 6 | Inbedrijfstelling en afstelling
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
Aanvoer
Flöde
(l/s)
0,20
0,25
0,30
0,35
0,40
Aanvoer
Flöde
(l/s)
pagina 31
voor
NIBE F730