RUIMTEVOELER
F730 wordt geleverd met een ruimtesensor (BT50). De
ruimtesensor heeft een aantal functies:
Weergave van de huidige kamertemperatuur op het
1.
display van de F730.
2.
Optie om de gewenste kamertemperatuur in °C te
veranderen.
3.
De optie om de kamertemperatuur te finetunen.
Installeer de sensor in een neutrale positie waar de in-
steltemperatuur is vereist. Een geschikte locatie is op
een vrije binnenwand in een hal op ca. 1,5 m boven de
grond. Het is belangrijk dat de sensor tijdens het meten
van de juiste kamertemperatuur niet wordt gehinderd,
wat het geval is als de sensor in een nis, tussen planken,
achter een gordijn, boven of nabij een warmtebron, in
een tochtstroom van een buitendeur of in direct zonlicht
wordt geplaatst. Ook dichtgedraaide radiatorthermosta-
ten kunnen problemen veroorzaken.
De warmtepomp werkt zonder de sensor, maar indien
de gebruiker de binnentemperatuur van de woning wil
aflezen op de display van de F730, moet de sensor
worden geïnstalleerd. Sluit de ruimtesensor aan op de
X6:3 en X6:4 op de ingangskaart (AA3).
Indien de sensor wordt gebruikt om de kamertempera-
tuur in °C te wijzigen en/of om de kamertemperatuur te
finetunen, moet de sensor worden geactiveerd in menu
1.9.4.
Als de ruimtesensor wordt gebruikt in een kamer met
vloerverwarming, dient deze uitsluitend een weergave-
functie te hebben en geen controlerende functie van de
kamertemperatuur.
AA3-X6
LET OP!
Wijzigingen van temperatuur in de woning ne-
men tijd in beslag. Korte perioden in combinatie
met vloerverwarming leveren bijvoorbeeld geen
merkbaar verschil op in de kamertemperatuur.
24
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
RG 05
F1245
Extern
F730
2
3
4
5
BT50
AA3-X6
NIBE F730