Optionele
aansluitingen
LAADMONITOR
Geïntegreerde vermogensregeling
F730 is voorzien van een eenvoudige vorm van een ge-
ïntegreerde vermogensregeling, die de vermogentrappen
voor de elektrische bijverwarming beperkt door te bere-
kenen of toekomstige vermogentrappen kunnen worden
aangesloten op de relevante fase zonder dat de gespe-
cificeerde hoofdzekering wordt overschreden. Indien de
stroom de gespecificeerde hoofdzekering mocht over-
schrijden, is de vermogenstrap niet toegestaan. De
grootte van de hoofdzekering van het gebouw is gespe-
cificeerd in menu 5.1.12.
Vermogensregeling met stroomsensor
Als er in het gebouw veel stroomverbruikende producten
zijn aangesloten terwijl de elektrische bijverwarming in
bedrijf is, bestaat het risico dat de hoofdzekeringen van
het gebouw doorslaan. F730 is voorzien van een vermo-
gensregeling die met behulp van een stroomsensor de
elektrische stappen voor de elektrische bijverwarming
monitort door de stroom tussen de verschillende fasen
te verdelen of door de elektrische bijverwarming uit te
schakelen bij een overbelasting in een fase. Als de
overbelasting ondanks het uitschakelen van de elektri-
sche bijverwarming blijft bestaan, toert de compressor
terug. Er wordt weer ingeschakeld als het overige
stroomverbruik afneemt.
LET OP!
Activeer voor een volledige functie fasedetectie
in menu 5.1.12, indien er stroomsensoren zijn
geïnstalleerd.
Aansluiten van stroomsensoren
Voorzichtig!
De fasen van het gebouw kunnen verschillende
belastingen hebben. Als de inverter op een
zwaar belaste fase wordt aangesloten, bestaat
de kans dat de compressor uitschakelt en dat
de elektrische bijverwarming langer werkt dan
verwacht. Dit betekent dat de verwachte be-
sparingen niet worden bereikt.
Om de stroom te meten, moet een stroomsensor wor-
den gemonteerd op iedere ingaande faseleiding in de
verdeelkast. De verdeelkast is een prima plek voor de
installatie.
NIBE F730
Sluit de stroomsensoren aan op een meeraderige kabel
in een behuizing direct naast de elektrische verdeelkast.
De meeraderige kabel tussen de behuizing en de F730
moet een kabeldikte van minimaal 0,5 mm² hebben.
Sluit de kabel aan op de ingangskaart (AA3) op klemmen-
strook X4:1-4, waarbij X4:1 de gezamenlijke klemmen-
strook is voor de drie stroomsensoren.
Ingaande elektriciteit
PEN
L
L
L
1
2
3
Elektrische
hoofdverdeelkast
Warmtepomp
AA3-X4
EXTERNE ENERGIEMETER AANSLUITEN
Voorzichtig!
Het aansluiten van een externe energiemeter
vereist versie 35 of later van de ingangskaart
(AA3) alsook "displayversie" 8874 of later.
Er zijn een of twee energiemeters (BE6, BE7) aangeslo-
ten op klemmenstrook X22 en/of X23 op ingangskaart
(AA3).
AA3-X6
Activeer de energiemeter(s) in menu 5.2.4 en stel ver-
volgens de gewenste waarde (energie per puls) in menu
5.3.21 in.
Hoofdstuk 5 | Elektrische aansluitingen
-T1 -T2 -T3
1 2 3 4
AA3-X4
Extern energimätare
ProduktNamn
Extern
F730
+5V
1
2
3
AA3-X22/23
27