Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

REMEHA Gas 310 ECO Technische Handleiding pagina 42

Verberg thumbnails Zie ook voor Gas 310 ECO:
Inhoudsopgave

Advertenties

13.2.8 Inschakeldifferentie aanvoertemperatuur (E)
Instelmode, parameter E, instelbaar van 5 t/m 20°.
Met deze parameter kan de inschakeldifferentie op de
aanvoertemperatuur ingesteld worden.
De brander zal altijd uitschakelen (regelstop) wanneer
de actuele aanvoertemperatuur 5° hoger is dan het
berekende setpunt aanvoertemperatuur.
De inschakeldifferentie bepaalt wanneer de brander
weer ingeschakeld wordt. Een waarde van 10° bete-
kent dat de temperatuur 5° onder het berekende set-
punt aanvoertemperatuur moet dalen voordat de ketel
weer in bedrijf komt.
13.2.9 Maximale rookgastemperatuur (F)
Instelmode, parameter F, instelbaar van 80 t/m 120°.
Hiermee kan de maximale rookgastemperatuur
begrensd worden, bijvoorbeeld bij toepassing van een
kunststof rookgasafvoerleiding.
13.2.10 Instelling maximaaltemperatuur (G)
Instelmode, parameter G, instelbaar van 90 t/m 110°.
Indien de voorschriften of de installatie het noodzakelijk
maken, kan men hier de beveiligingstemperatuur van de
ketel verlagen.
13.2.11 Startpunt modulatie bij ∆T (H)
Instelmode, parameter H, instelbaar van 10 t/m 30°.
Bij een verschil tussen aanvoer- en retourtemperatuur
van 25° begint de ketel terug te moduleren. Bij een ∆T
van 40° is de ketel tot het minimale vermogen terug-
gemoduleerd en bij een ∆T van 45° schakelt de ketel uit
(blokkeringcode b #)). In installaties waar kleine volu-
mestromen voor kunnen komen, kan het startpunt van de
modulatie worden vervroegd. De ketel kan dan beter anti-
ciperen op de geringe warmtevraag. De fabrieksinstelling
zal in verreweg de meeste gevallen voldoen. Wijzig het
startpunt alleen als dat echt noodzakelijk is.
13.2.12 Minimale waterdruk (I)
Instelmode, parameter I, instelbaar van 0 t/m 6 bar.
Deze instelling is alleen van belang als een optionele
waterdruksensor aangesloten is. Bij het bereiken van
de minimale waterdruk gaat de automaat in blokkering
(code b ^@). Als de waterdruk zich herstelt, wordt de
blokkering opgeheven.
13.2.13 Opties serviceniveau (J)
Instelmode, parameter J, instelbaar van 0 t/m 15.
Deze instelling is alleen van toepassing als er opties uit
tabel 19 op de ketel worden aangesloten. De automaat
weet door de waarde van deze parameter, welke opties
zijn aangesloten en past de besturing van de ketel hier
op aan. Hier kan ook de gewenste terugmelding (in ver-
mogen in % of in temperatuur in °) worden gekozen als
er gebruik wordt gemaakt van de (standaard) analoge
uitgang. Ttabel 19 geeft een overzicht van de waarde
die aan een bepaalde optie is toegekend. Door de waar-
den van de toegepaste opties op te tellen, krijg je para-
meter J.
Opties
Waterdruksensor
Analoge uitgang:
Vermogen (%)
Temperatuur (°)
Gaslekcontrole VPS
Parameter J:
tabel 19 Opties serviceniveau
Voorbeelden:
- Fabrieksinstelling parameter J is 0: standaard stuurt
de analoge uitgang het actuele vermogen in % uit.
- Waterdruksensor (waarde 1) en gaslekcontrole (waar-
de 8) gemonteerd: de code voor parameter J wordt
nu: 09.
13.2.14 "Laag"-toerental bij H/L-regeling (L)
Instelmode, parameter L, instelbaar van 10 t/m 60 (x
100) tpm.
Deze instelling is alleen van toepassing als de ketel
Hoog/Laag geregeld wordt (parameter A = 21).
13.2.15 Keteltype (P)
Instelmode, parameter P, afhankelijk van de vermo-
gensvariant.
Fabrieksmatig is deze waarde reeds op de juiste code
ingesteld. Alleen voor het installeren van een eventuele
nieuwe serviceautomaat dient deze waarde juist te wor-
den ingesteld.
42
Remeha
Gas 310 ECO
Waarde
Optelling
1
0
4
8
...

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave