INHOUDSOPGAVE
1
1.1
2
3
3.1
3.2
4
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
5
5.1
5.2
5.3
6
6.1
6.2
6.3
6.4
6.5
6.6
7
7.1
7.2
7.3
7.3.1
7.3.2
7.3.3
7.3.4
7.3.5
7.3.6
7.4
7.4.1
7.4.2
7.4.3
7.4.4
Overstortventiel
7.4.5
7.4.6
7.4.7
5
8
6
8.1
Algemeen
6
8.2
8.2.1
7
8.2.2
8.2.3
8
8.2.4
8
8.2.5
9
8.2.6
8.2.7
10
8.2.8
10
8.3
Aansluitingen
11
8.4
12
8.5
Schakelvolgordediagram
12
8.6
Ketelregeling
13
8.6.1
13
8.6.2
8.6.3
14
8.6.4
14
14
8.6.5
8.6.6
14
8.6.7
14
8.7
14
8.7.1
14
8.7.2
8.7.3
14
8.8
8.8.1
14
8.8.2
14
8.8.4
15
8.9
15
8.9.1
15
8.9.2
17
8.9.3
8.9.4
17
8.9.5
17
8.10
17
8.10.1 Circulatiepomp
17
8.10.2 Vorstbeveiliging
18
19
9
Installatievoorschrift voor de gastechnische
21
installateur
21
9.1
Gasaansluiting
21
9.2
Gasdrukken
21
9.3
Gas- /luchtverhoudingsregeling
21
21
10 Inbedrijfstellingsvoorschrift
22
10.1
22
10.2
3
Beveiligingsautomaat
Zekeringwaarden
Temperatuurregeling
Watergebrekbeveiliging
Luchtdrukverschilsensor (LDS)
Inleiding
Modulerende regelingen algemeen 26
Modulerende weersafhankelijke
regeling rematic®
Modulerende cascaderegelaar
rematic® MC
Analoge regeling (0-10 Volt)
2-trapsaansturing of externe weers-
afhankelijke regeling (hoog/laag)
Bedrijfsmelding
Aansturing externe gasklep
Waterdruksensor
Minimum gasdrukschakelaar
Rookgasklep
Smoorklep
In bedrijf stellen
Uit bedrijf nemen
23
23
23
23
23
23
23
23
23
23
24
24
25
26
26
26
27
27
27
27
28
28
28
28
28
28
28
28
28
28
29
29
29
29
29
29
29
29
29
30
30
30
30
31
31
33