8.6.7 2-trapsaansturing of externe weersafhanke-
lijke regeling (hoog/laag)
De Remeha Gas 310 ECO is ook geschikt voor 2-
trapsaansturing of aansturing door een 2-traps externe
weersafhankelijke regelaar middels potentiaalvrije
relaiscontacten. De ketel wordt dan hoog/laag bestuurd.
Voer bij aansluiten de volgende handelingen uit:
- Sluit de eerste trap (aan/uit) aan op klemmen X29-9
en X29-10 van de klemmenstrook in de bedienings-
kast.
- Sluit de tweede trap (hoog/laag) aan op de klemmen
X29-7 en X29-8.
- De interne ketelregeling dient op hoog /laag-regeling
te worden ingesteld (zie par. 13.1.3, parameter A).
Het toerental waarbij de ketel op 'laag' brandt, kan wor-
den ingesteld met parameter L ("Laag"-toerental). De
procentuele 'hoog' stand is afhankelijk van het maximaal
ingestelde vermogen, zie instelmode, parameter ^ en
& (maximaal toerental). Tijdens deze 'hoog' stand is
modulatie op de ingestelde aanvoertemperatuur vrijge-
geven.
8.7 Overige ingangen
8.7.1 Blokkerende ingang
De besturing is voorzien van een blokkerend ingangs-
circuit waarmee de ketel blokkerend uitgeschakeld kan
worden. Deze ingang kan bijvoorbeeld gebruikt worden
in combinatie met een minimale gasdrukschakelaar.
Deze ingang is uitgevoerd op klemmen X29-5 en X29-6.
Bij gebruik van de ingang moet eerst de draadbrug ver-
wijderd worden.
8.7.2 Vergrendelende ingang
De besturing is voorzien van een ingang die de ketel
vergrendelt. Deze ingang kan bijvoorbeeld gebruikt wor-
den in combinatie met een externe maximaalthermos-
taat of maximum gasdrukschakelaar e.d. Deze ingang is
uitgevoerd op klemmen X29-1 en X29-2. Bij gebruik van
de ingang moet eerst de draadbrug verwijderd worden.
8.7.3 Vrijgave ingang
De besturing is voorzien van een ketelvrijgave ingangs-
circuit waarmee de ketel vrijgegeven kan worden voor
bedrijf. Deze ingang kan bijvoorbeeld gebruikt worden in
combinatie met de eindschakelaars van smoorkleppen
e.d. Deze ingang is uitgevoerd op klemmen X29-3 en
X29-4. Bij gebruik van de ingang moet eerst de draad-
brug verwijderd worden.
8.8 Overige uitgangen
8.8.1 Analoge uitgang
Afhankelijk van de instelling van de opties in het ser-
viceniveau (zie par. 13.2.13) zal het analoge uitgangs-
signaal de volgende waarden uit kunnen sturen:
Uitgangs-
Omschrijving
signaal
0 Volt
Ketel uit
0,5 Volt
Alarmmelding / vergrendeling
1,0 Volt
Blokkering
2,0 - 10 Volt Afgegeven vermogen van 20 tot 100% of
aanvoertemperatuur van 20 tot 100°
tabel 08 Analoog uitgangssignaal
Deze uitgang is uitgevoerd op klemmen X29-13 (+) en
X29-14 (-).
8.8.2 Bedrijfsmelding
De toepassing van de bedrijfsmelding maakt het moge-
lijk om de bedrijfsmeldingen 'ketel aan' en 'ketel hoog'
naar buiten te brengen.
De functie 'bedrijfsmelding ketel aan' wordt door een
relais geschakeld als de ketel in bedrijf komt. Via een
potentiaalvrij contact op de aansluitklemmen X27-6 en
X27-7 kan de melding worden doorgegeven.
De functie 'bedrijfsmelding ketel hoog' wordt door een
tweede relais geschakeld als de ketel de waarde van
parameter c
(zie par. 13.2.6) overschrijdt. Via een
potentiaalvrij contact op de aansluitklemmen X27-4 en
X27-5 kan de melding worden doorgegeven. Wordt de
waarde onderschreden, dan schakelt het relais weer af.
Dit relais is niet gezekerd.
Contactbelasting:
- Maximale spanning: 230 Volt.
- Maximale stroom:
8.8.3 Centrale alarmering (vergrendeling)
Als de ketel vergrendelt, wordt het eerste relais bekrach-
tigd en kan de alarmering via een potentiaalvrij contact
op de aansluitklemmen X27-2en X27-3 worden doorge-
meld. Dit relais is niet gezekerd.
Contactbelasting:
- Maximale spanning: 230 Volt.
- Maximale stroom.:
8.8.4 Aansturing externe gasklep
Als er warmtevraag is, wordt het tweede relais gescha-
keld waardoor er op de klemmen X27-14 en X27-15 een
wisselspanning van 230 Volt beschikbaar komt voor het
aansturen van een externe gasklep. De spanning wordt
afgeschakeld op het moment dat het gasmultiblok van
de ketel sluit.
Contactbelasting:
- Spanning externe gasklep
- Maximale stroom
28
Remeha
Gas 310 ECO
1 Ampère.
1 Ampère.
: 230 Volt.
: 1 Ampère.