2. Plaats het doelframe (A) rond het onderwerp en druk op
besturingswiel.
Druk nogmaals op
Als de camera het onderwerp kwijtraakt, kan hij detecteren wanneer het onderwerp
weer terugkomt op de monitor en hervat hij het volgen.
3. Druk de ontspanknop helemaal in om het beeld op te nemen.
Opmerking
[Centr. AF-vergrend.] werkt mogelijk niet erg goed in de volgende situaties:
Het onderwerp beweegt te snel.
Het onderwerp is te klein of te groot.
Er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond.
Het is donker.
Het omgevingslicht verandert.
AF-vergrendeling werkt niet in de volgende situaties:
In de functie [Panorama d. beweg.]
Wanneer [Scènekeuze] is ingesteld op [Schemeropn. hand] of [Antibewegingswaas].
Tijdens opnemen in de handmatige scherpstellingsfunctie
Tijdens gebruik van de digitale zoom
Als de opnamefunctie is ingesteld op bewegende beelden, en [
[Slim actief].
De camera is mogelijk enige tijd niet in staat om het volgen te hervatten nadat de camera
het onderwerp is kwijtgeraakt.
[66] Hoe te gebruiken
Scherpstelvergrendeling
Neemt beelden op met de scherpstelling vergrendeld op het gewenste onderwerp in de
automatische scherpstellingsfunctie.
om het volgen te stoppen.
De opnamefuncties gebruiken
in het midden van het
SteadyShot] is ingesteld op
Scherpstellen