beweegt u het apparaat sneller om het volledige panoramabeeld op te nemen.
Als [Breed] is geselecteerd voor [Panorama: formaat], wordt mogelijk niet de volledige
hoek van het panoramabeeld binnen de gegeven tijdsduur gepand. Als dit gebeurt, neemt
u opnieuw op nadat [Panorama: formaat] is ingesteld op [Standaard].
Aangezien meerdere beelden aan elkaar worden geplakt, verloopt in sommige gevallen
de overgang mogelijk niet soepel.
De beelden kunnen wazig zijn in donkere scènes.
Als een lichtbron, zoals een tl-verlichting, flikkert, zijn de helderheid en kleur van de aan
elkaar geplakte beelden mogelijk niet consistent.
Als de volledige hoek van de panoramaopname en de AE/AF-vergrendelingshoek sterk
verschillen in helderheid en scherpstelling, lukt de opname mogelijk niet. Als dit gebeurt,
verandert u de AE/AF-vergrendelingshoek en neemt u opnieuw op.
De volgende situaties zijn niet geschikt voor opnemen met panorama door beweging:
Bewegende onderwerpen.
Onderwerpen die zich te dicht bij het apparaat bevinden.
Onderwerpen met ononderbroken soortgelijke patronen, zoals de lucht, het strand of een gazon.
Onderwerpen die constant veranderen, zoals de golven of een waterval.
Onderwerpen waarvan de helderheid sterk verschilt van hun omgeving, zoals de zon of een
gloeilamp.
Opnemen met panorama door beweging kan worden onderbroken in de volgende
situaties:
Wanneer de camera te snel of te langzaam wordt gepand.
Het onderwerp is te wazig.
Hint
U kunt de besturingsknop draaien op het opnamescherm om de opnamerichting te
selecteren.
[35] Hoe te gebruiken
Scènekeuze
Biedt u de mogelijkheid opnamen te maken met vooraf ingestelde instellingen die afhankelijk
zijn van de scène.
1. Zet de functiekeuzeknop in de stand SCN (Scènekeuze).
2. Draai de besturingsknop om de gewenste instelling te selecteren.
Als [Modusdraaiknopsch.] is ingesteld op [Aan], kunt u de gewenste instellingen
selecteren nadat u de stand van de functiekeuzeknop hebt veranderd.
Opnemen
Een opnamefunctie selecteren