U kunt onderdelen selecteren en instellen door het besturingswiel te draaien of op de boven-
/onder-/rechter-/linkerkant van het besturingswiel te drukken. Uw selectie wordt vastgelegd
wanneer u op
in het midden van het besturingswiel drukt.
DISP (weergave-instelling) is toegewezen aan de bovenkant van het besturingswiel. U kunt
geselecteerde functies toewijzen aan de onder-/rechter-/linkerkant van het besturingswiel of
aan
in het midden van het besturingswiel, en aan de draaibediening van het
besturingswiel.
Tijdens weergave kunt u het volgende/vorige beeld weergeven door op de rechter-
/linkerkant van het besturingswiel te drukken, of door het besturingswiel te draaien.
[21] Hoe te gebruiken
De bedieningsmethode controleren
De bedieningsmethode
controleren
De handinstelring gebruiken
Door de handinstelring (A) te draaien kunt u de gewenste instellingen voor diverse
opnamefuncties onmiddellijk veranderen.
Pictogrammen en functienamen worden als volgt op het scherm aangegeven.