Het onderwerp bevindt zich te dichtbij.Neem op vanaf de minimale opnameafstand (W-
kant: ong. 3 cm; T-kant: ong. 25 cm) tussen de lens en het onderwerp.
Druk de ontspanknop tot halverwege in en neem daarna de beelden op.
Er is onvoldoende omgevingslicht.
[Scherpstelfunctie] is ingesteld op [H. scherpst.]. Stel [Scherpstelfunctie] in op een andere
instelling dan [H. scherpst.].
[286] Probleemoplossing
opnemen
De zoomfunctie werkt niet.
U kunt de zoomfuncties niet gebruiken tijdens het opnemen in de functie panorama door
beweging.
U kunt alleen de optische zoom gebruiken in de volgende situaties:
Bij gebruik van de lach-sluiterfunctie.
[
Kwaliteit] is ingesteld op [RAW] of [RAW en JPEG].
[287] Probleemoplossing
opnemen
De flitser werkt niet.
Zet de flitser omhoog.
U kunt een flitser niet gebruiken in de volgende situaties:
Wanneer de volgende functies zijn geselecteerd in [Scènekeuze].
[Antibewegingswaas]
[Nachtscène]
[Schemeropn. hand]
Tijdens het opnemen in de functie panorama door beweging.
Tijdens het opnemen van bewegende beelden.
[288] Probleemoplossing
opnemen
Wazige ronde witte vlekken zijn te zien op beelden die
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Stilstaande/bewegende beelden
Stilstaande/bewegende beelden
Stilstaande/bewegende beelden