11.2 Uitvoering met gaslekbeveiliging,
regeling Hoog/Laag (uitvoering 010)
11.2.1 Technische gegevens
Beveiligingsautomaat
Aansluitspanning
Min. noodzakelijke ionisatiestroom
Reactietijd vlambeveiliging
1
e
Begrenzingstijd
2
e
Begrenzingstijd
Gaslekbeveiligingsautomaat
Boring aansteekbrander inspuiter
Boring hoofdbrander inspuiters
10 t/m 20 leden
22 t/m 26 leden
Branderdruk instelling hoofdbranders :
vollast:
10 t/m 20 leden
22 t/m 26 leden
deellast
Branderdrukinstelling aansteekbrander:18,0 mbar.
11.2.2 In bedrijf stellen
10 t/m 26 leden
1.Controleer de gasaansluitingen.
2.Controleer de elektrische aansluitingen, fase nul-
aarde.
3.Controleer het waterniveau.
4.Schakel de circulatiepomp in en controleer de monta-
gestand en draairichting.
5.Open de gashoofdkraan (gasleiding ontluchten!).
6.Schakel de elektrische voeding naar de ketel in.
7.Stel de thermostaat in op een hoge waarde (ca. 85°
C). Schakel, indien aanwezig, de bedrijfsschakelaar
op het bedieningspaneel in.
8.Het volgende zal nu plaatsvinden:
Door een membraanpomp wordt een overdruk ge-
vormd tussen de beveiligingsafsluiters VA1 en VA2.
Wordt een overdruk van ca. 30 mbar t.o.v. de gas-
voordruk binnen de testtijd van 27 sec. bereikt, dan
geeft de gaslekcontroleautomaat de spanning naar de
beveiligingsautomaat vrij. De programmawals van de
beveiligingsautomaat gaat draaien. Na een wachttijd
van 72,5 sec. volgt de voorontsteking (2,5 sec.), waar-
na de aansteekgasklep MK wordt geopend. Het
aansteekgas wordt nu ontstoken. De beveiligingsafs-
luiter VA1 wordt geopend. Bij voldoende vlamsignaal
(min. 7 µA) wordt na 5 sec. de ontsteking uit-
geschakeld. Na 10 sec. opent de beveiligingsafsluiter
VA2 in deellast, waarna het hoofdgas door de
aansteekvlam wordt ontstoken. Het gehele bran-
derbed brandt nu. Na 8 sec. schakelt het aansteekgas
uit en bewaakt de vlambeveiliging het bran-derbed.
De ketel is nu in bedrijf. Na 4,5 sec. geeft de beveilig-
ingsautomaat de regeling naar vollast vrij. Een tij-
drelais zorgt ervoor dat de ketel gedurende de eerste
start 3 min. in deellast blijft branden. Hierna zal,
afhankelijk van de warmtevraag, de ketel in deellast
blijven branden of doorschakelen naar vollast.
9.De ketel enige minuten laten branden, zodat de nog
10 t/m 15 leden
: fabrikaat L & G
10.Laat de ketel op vollast branden en draai de instel
type LFL 1.638
: 230 V - 50 Hz
: 7 µA (DC)
: 1 sec
: 5 sec
11.Schakel de ketel terug naar deellast, door de hoog/
: 7,5 sec
: fabrikaat Dungs
: Ø 1 mm
:
: Ø 3,5 mm
: Ø 3,4 mm
: 16,0 mbar
: 16,5 mbar
: 6,0 mbar
12.Controleer nogmaals de branderdrukken vollast en
Fig. 16 Hoog/Laag spoel
Fig. 17 Beveiligingsafsluiter
23
aanwezige lucht in de gasleiding kan ontsnappen.
schroef van de openingssnelheidsregelaar D één slag
links om. Stel d.m.v. instelhuls A van de Hoog/Laag-
spoel (afdekkap C verwijderen) de vereiste brander
druk vollast in (zie par. 11.2.1).
laag-thermostaat TR2 op een lage waarde in te stel-
len. Stel d.m.v. instelschroef B van de hoog/laagspoel
de vereiste branderdruk deellast in op 6,0 mbar. Laat
de ketel op deellast branden en stel nu de openings
snelheidsregelaar D in door de instelschroef lang
zaam rechtsom te draaien tot de ingestelde brander
druk in deellast net wordt beïnvloed. De openings-
snelheids regelaar is nu ingesteld. Plaats nu de afdek
schroef terug.
deellast. Regel deze zonodig na.
Plaats tevens afdekkap C terug.
D