Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Installatievoorschrift Voor De Gastechnische Installateur; Algemeen; Afpersen Van De Gasinstallatie; Gastoevoerdruk - REMEHA Gas 5d XR Technische Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

9. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR

9.1 Algemeen

De gasaansluiting moet voldoen aan de NEN 1078
(GAVO 1987). De gasaansluiting kan zowel links als
rechts worden aangebracht. Het bedieningspaneel en de
aanvoer moeten standaard aan dezelfde kant gemon-
teerd worden als de gasapparatuur. De gashoofdkraan
en/of het gasfilter kunnen tegen meerprijs los worden
geleverd (zie uitvoeringen diverse apparaturen en prijsli-
jsten). Het gasmultiblok en de beveiligingsafsluiters zijn
standaard voorzien van een zeef.

9.2 Afpersen van de gasinstallatie

Gasinstallaties moeten gasdicht zijn. Zie voor beproe-
ving en controle NEN 1078 (GAVO 1987 inclusief aan-
vulling 1992) art. 5.10.

10. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE INSTALLATEUR

10.1 Algemeen
De elektrische aansluitingen en -voorzieningen moeten
worden uitgevoerd volgens NEN 1010. Tevens dienen de
plaatselijke voorschriften van de energiebedrijven te wor-
den nageleefd.

10.2 Brandschakelaar

Overeenkomstig NEN 3028-1986 dient buiten de stook-
ruimte een zgn. 'brandschakelaar' te worden gemonteerd
om in geval van calamiteiten de voeding naar het toestel
te kunnen verbreken.

10.3 Schakelkast

De schakelkast is op de gasapparatuur gemonteerd.

10.4 Elektrische aansluitingen

De ketel is geheel voorbedraad. De elektrische voeding
en externe schakelcommando's dienen door de instal-
lateur te worden verzorgd. De elektrische aansluitingen
dienen overeenkomstig het meegeleverde schema te
worden uitgevoerd. De bedrading dient overeenkomstig
NEN 1010 in doorvoerbuizen cq. kabelkanalen gelegd
en op deugdelijke wijze aan het toestel gemonteerd te
worden. De ketel is ter plaatse van de aansteekbrander
geaard. De aardaansluitingen dienen te worden gecon-
troleerd.

10.5 Elektrotechnische gegevens

Voeding:
Opgenomen vermogen:
Geïnstalleerde zekeringswaarde: 4 A
Aansluitkabel:
De branderautomaat is fase/nul gevoelig!
230 V-50 Hz
uitv. 004: 120 W
uitv. 010: 350 W
2
mm
VMvK
2
1/2

9.3 Gastoevoerdruk

Gastoevoerdruk
Hogere gastoevoerdrukken alleen in overleg
met het gasbedrijf.
- maximaal
Branderdruk
- vollast 10 t/m 20 leden : 16,0 mbar
22 t/m 26 leden : 16,5 mbar
- deellast
Aansteekbranderdruk

10.6 Niveaubeveiliging

a) De niveaubeveiliging is vergrendelend uitgevoerd.
Fabrikaat:
Type:
Voeding:
Opgenomen vermogen: 5 W
Elektrodespanning:
Werkgebied:
Elektrode weerstand:
b) De elektrode ia van het fabrikaat Beru, type FLE
De elektrode is voor in het eindlid gemonteerd.

10.7 Externe inschakelcommando's

Het is mogelijk de ketel via externe inschakelcomman-
do's tweetraps te regelen. Bij de 004-uitvoering dient het
commando voor de eerste trap op de klemmen 15 en 16
en voor de tweede trap op de klemmen 8 en 9 van de
schakelkast te worden aangesloten (doorverbindingen
verwijderen). Bij de 010-uitvoering dient het commando
voor de eerste trap op de klemmen 20 en 21 en voor de
tweede trap op de klemmen 38 en 39 te worden aange-
sloten (doorverbinding verwijderen).
Zie ook de aanduidingen op de elektrische schema's,
par. 10.9.
17
: 20-30 mbar.
: 100 mbar
: 6,0 mbar
: 18,0 mbar
Dungs
DWEB 34./2
230 V-50 Hz
42 V (AC)
0,5 tot 1,5 mA (AC)
max. 20 kOhm
min. 1 kOhm.
.
1/2"

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave