GEBRUIKERSHANDLEIDING
5.3.1.2. Alleen bij inschakeling ASU interferentie
1. Controleer alle aansluitingen van de ASU en actieve accessoires om mogelijke
2. Als de interferentie voortduurt wanneer de ASU is geactiveerd en de elektrode
3. Controleer of de aardingsdraden in de OK elektrisch consistent zijn. Alle
4. Als bovenstaande stappen het probleem niet verhelpen, dient gekwalificeerd
5.3.2.
1. Stop de ingreep.
2. Controleer alle aansluitingen van de ASU en actieve elektroden om een mogelijke
metaal-op-metaalvonk te ontdekken.
3. Als er geen problemen worden gevonden, dient de ASU gecontroleerd te worden
door gekwalificeerd onderhoudspersoneel voor afwijkende 50/60 Hz lekstroom.
5.3.3.
1. Controleer alle aansluitingen.
2. Bewaak patiënten met een pacemaker altijd tijdens de ingreep.
3. Zorg ervoor dat tijdens elektrochirurgie op patiënten met pacemakers altijd een
defibrillator beschikbaar is.
4. Raadpleeg de fabrikant van de pacemaker voor specifieke aanbevelingen.
P000644.G
metaal-op-metaalvonken te ontdekken.
NIET in contact staat met patiënt, reageert de monitor op radiofrequentie.
Sommige fabrikanten bieden RF-smoorspoelen aan voor gebruik in de
voerdraden van de monitor. Deze filters verminderen de interferentie bij
geactiveerde generatoren. RF-filters verminderen de mogelijkheid op
elektrochirurgische verbranding op de locatie van de bewakingselektrode.
aardingsdraden dienen naar hetzelfde geaarde metaal te gaan met zo kort
mogelijke draden.
onderhoudspersoneel de ASU te controleren.
Neuromusculaire stimulatie
Interferentie pacemaker
Pagina 29 van 43