4. Voltooi de meetbreedte-instelling:
a. MGS-400-app: De app telt af totdat de instelling is voltooid. Als de kalibratie is
geslaagd, gaat u door naar stap 5. Als de kalibratie mislukt, gaat u terug naar het
startscherm en drukt u op de knop Acknowledge (Bevestigen) om de
waarschuwing over de meetbreedtekalibratie te wissen.
b. Handmatig: Het ledje knippert groen-oranje, groen-oranje-oranje, groen-oranje-
oranje-oranje enz. totdat de kalibratie is voltooid. Houd om af te breken MAG 2
> 5 seconden ingedrukt, schakel de gasstroom uit en verwijder de
kalibratieadapter. Als de kalibratie is geslaagd (ledje knippert groen-oranje-rood)
gaat u verder naar stap 5. Als de kalibratie is mislukt (ledje knippert met 2 Hz
oranje), tikt u op MAG 2 om de kalibratiepoging te wissen.
5. Schakel de kalibratiegasstroom uit en verwijder de kalibratieadapter.
6. Geef de sensor de tijd om zich te herstellen/stabiliseren voordat het instrument de
normale werking hervat (groen ledje).
5.2.5 Bumptest systeem
BELANGRIJK: De fabrikant van dit product vereist uitvoering van een bumptest
of kalibratie na installatie om de werking van het instrument te controleren.
Een bumptest is een live-test van het systeem om te controleren of de detector reageert op
gas en dat alle verbonden alarmvoorzieningen, het BMS etc. goed werken. Het verdient
aanbeveling om alle betrokkenen te informeren over de test en om bepaalde alarmen te
onderdrukken (bijv. uitschakelkleppen, melding aan officiële instanties enz.).
1. Sluit de adapter en de gasfles aan volgens de instructies in 'Algemene
kalibratieprocedure'.
2. Deactiveer/demp externe meldingsvoorzieningen (uitschakelkleppen, melding aan
officiële instanties enz.):
a. MGS-400-app: Startscherm
Activeer TAKE OFFLINE (Offline gaan) om de communicatie met externe
apparatuur uit te schakelen.
b. Handmatig: Laat het personeel in het gebouw weten dat er een test plaatsvindt
zodat externe apparaten gedeactiveerd/gedempt kunnen worden.
3. Voer het doelgas toe met een concentratie die zo hoog is dat de alarmen afgaan.
Gebruik GEEN zuiver koelmiddel of koolwaterstoffen (m.a.w. geen butaanaansteker).
4. Nadat de grenswaarden zijn overschreden moeten de relais worden geactiveerd,
moeten de digitale outputs de gasconcentratie doorgeven, en:
a. MGS-400-app: De gasconcentratie moet worden weergegeven, de
instrumentstatus moet "LOW ALARM" (Alarm Laag) of "HIGH ALARM" (Alarm
Hoog) zijn en de status van de alarmen moet "ON" (Aan) zijn.
b. Handmatig: De ledstatus moet "LOW ALARM" (Alarm Laag) of "HIGH ALARM"
(Alarm Hoog) aangeven.
5. Schakel de gasstroom uit en verwijder de kalibratieadapter.
1100-2294 Rev 1
Calibrate (Kalibreren)
Bump (Stootproef)
39