4. Werking
4.1 Overzicht van de normale werking
WAARSCHUWING: Controleer voordat het instrument overgaat naar een
normale werking de configuratie op de juiste instellingen en controleer de
kalibratie.
4.1.1 Stroomtoevoer inschakelen en opstartprocedure
Nadat u de stroomtoevoer hebt ingeschakeld, doorloopt het instrument een opstartprocedure
(initialisatie, akoestische/visuele test en zelftest). Nadat de opstartprocedure is voltooid,
doorloopt het instrument een opwarmingsperiode om het sensorelement te stabiliseren voordat
een geldige output wordt gemeld.
1. Schakel het instrument in.
2. Monitor de opstartprocedure en de opwarmingsfase:
•
Het groene ledje knippert met 0,5 Hz gedurende ongeveer 5 minuten.
•
De Modbus-vlag voor opwarming is gezet.
•
Zoemer is uitgeschakeld.
•
Toestand relais "geen alarm."
•
Gemeten gaswaarde is ongeldig.
3. Normale werking controleren:
•
Groen ledje brandt constant.
•
Modbus-vlag voor opwarming is gewist.
•
Zoemer is uitgeschakeld.
•
Toestand relais "geen alarm."
•
Gemeten gaswaarde is geldig.
4.1.2 Analoge signalen controleren
MGS-450/460 gasdetectors hebben een enkele configureerbare analoge output. Tijdens
normaal gebruik is de analoge output van het instrument evenredig met de gedetecteerde
gasconcentratie. De output is evenredig met het gasniveau, zoals hieronder weergegeven:
Gasconcentratie
0%
50%
100%
1100-2294 Rev 1
1-5 V
0-5 V
1 V
0 V
3 V
2,5 V
5 V
5 V
2-10 V
0-10 V
2 V
0 V
6 V
5 V
10 V
10 V
4-20 mA
4 mA
12 mA
20 mA
22